In Romeinen 5 schildert Paulus Adam als type van Christus, de laatste Adam (1 Kor.15:45). Dat doet hij op een voor ons nogal ongebruikelijke manier. Wij zijn wellicht meer gewend aan positieve typen, zoals Noach. Ben je bij Noach in de ark, dan ben je gered. Zoals dat ook later in de evangeliën letterlijk het geval was met de discipelen, die zich bij Jezus in het schip bevonden tijdens een storm.
Of bijvoorbeeld Jozef, die omzag naar zijn broers, ondanks alles wat ze hem hadden aangedaan. Zo zal Christus zich ook ontfermen over zijn broeders, het huis van Jakob. Allemaal positieve overeenkomsten tussen de typen (Noach en Jozef) en Christus.
tegenstellingen
Maar in Romeinen 5 vinden we een aantal tegenstellingen tussen Adam en Christus en toch wordt Adam een type of model van Christus genoemd (vers 14). Wij zouden dat wellicht een “negatief” type noemen. Onbekender dan de “positieve” typen misschien, maar toch is dit ook in de wereld waarin wij ons bevinden een gangbaar iets, maar we beseffen het ons niet altijd.
vorm
Kinderen gebruiken in de zandbak vormpjes om figuren te maken. De vorm is hol, maar het resultaat bol. Zo werkt het met elke gietvorm waarmee iets gemaakt wordt. Het één is een type (model, vorm) van het ander. Of zet je hiel eens in het zand. Onze hiel is bol, maar de vorm die wij achterlaten hol. De afdruk is het tegenovergestelde van de vorm. Een “negatief” type dus.
Romeinen 5
14 (…) Adam, die een type is van Degene die komen zou.