Jozef wordt gezonden om te bezien hoe het met het welzijn van zijn broers en met het welzijn van de kudde is. Het volk van Israël wordt in de profetieën voorgesteld als een kudde (Ez.34:12) en de leidslieden van het het huis van Jakob als herders die de kudde zouden moeten weiden, maar dit niet doen (Jer.23:1-2; Ez.34:8).
Genesis 37
14 En hij zegt tot hem: Ga, alsjeblieft, en zie naar het welzijn van jouw broers en het welzijn van de kudde, en breng mij een woord terug. En hij zendt hem uit de vallei van Hebron, en hij komt tot Sichem.
15 En toen hij in het veld ronddoolde, trof een man hem aan. En de man vraagt aan hem, zeggend: Wat zoek je?
16 En hij zegt: Ik zoek mijn broers. Vertel mij alsjeblieft, waar zij weiden.
17 En de man zegt: Zij zijn van hier afgereisd, want ik heb hen horen zeggen: Laten wij naar Dothan gaan. En Jozef gaat zijn broers achterna, en hij vindt hen in Dothan.
Hebron
De plaatsnamen in deze verzen vertellen ons een verhaal. Hebron betekent: verbond. De eerste vermelding in de bijbel, vinden we in Gen.13:18, waar Abraham gaat wonen bij de eikenbossen in Hebron, direct nadat hij Gods beloften ontvangen heeft. Het is dan ook de stad van de aartsvaders (Gen.35:27) en een uitbeelding van de beloften van het nieuwe verbond.
Sichem
Voor Sichem geldt ongeveer hetzelfde (Gen.12:6). Sichem betekent: (aan)deel. Het spreekt van het erfdeel (lotsdeel) dat Israël ontvangt onder het nieuwe verbond. Toen de Heer tot Israël kwam, waren zij niet bij hun lotsdeel, zij leefden niet uit de beloften die God gegeven had. De betekenis van Dothan is niet helemaal duidelijk. Sommigen zeggen dat het betekent: hun eigen wetten. Anderen menen dat de betekenis is: twee bronnen. Als je Dothan (דותיהן) invoert in Google Translate, wordt het vertaald met hun religie. Hoe dat ook zij, de zonen van Jakob zijn een uitbeelding van Israël tot wie de Heer werd gezonden. Toen Hij kwam, trof Hij hen niet aan op de plek waar zij moesten zijn, bij de beloften, maar bij hun eigen wetten. Zij putten niet slechts uit de Ene Bron van Gods woord, maar hadden hun eigen bronnen: overleveringen van mensen (Mar.7:8).