Genesis 49:8-12 Juda, de koningsstam

De woorden die nu volgen over Juda zijn bekender, vanwege de profetische betekenis die men er over het algemeen wel in ziet. Het zijn woorden aan Juda over koningschap en heerschappij, maar ze wijzen op de Messias, de grote Koning. Hij zou voortkomen uit (de stam van) Juda (Mattheüs 1, Hebr.7:14). De woorden over Juda zijn, na die over Jozef, de meest uitgebreide.

Genesis 49
8 Jij, Juda, jouw broeders zullen jou loven; jouw hand zal op de nek van jouw vijanden zijn. De zonen van jouw vader zullen zich voor jou neerbuigen.
9 Juda is een leeuwenwelp. Vanaf de prooi, mijn zoon, ga jij op. Hij kromt zich, hij legt zich neer als een leeuw; en als een leeuwin, wie zou hem doen oprijzen?
10 De scepter zal zich van Juda niet terugtrekken, noch de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt en Hem zullen de volken gehoorzaam zijn.
11 Hij zal zijn veulen aan de wijnstok binden, en het jong van zijn ezelin aan de wijnstok. Hij zal zijn kleding in wijn spoelen en zijn overkleed in druivenbloed.
12 Zijn ogen zijn donkerder gloeiende dan wijn, en zijn tanden witter dan melk.

loven
Juda, jouw broers zullen jou loven“, is een woordspeling. Het woord voor loven is yahdah en is verwant aan de naam Juda, wat geloofd of geprezen betekent. Sommigen vertalen het zelfs met Godlover. Juda zou de meest prominente stam onder Israël worden. Uit hem zou het koningschap zijn en wanneer wij het nu over Israëlieten hebben, is dit zelfs synoniem met Joden (vgl: Hand.2:14 met :22), wat afgeleid is van Juda.Jouw hand zal op de nek van jouw vijanden zijn” wijst vooruit naar de Messias die uit Juda zou voortkomen en alle vijanden zou onderschikken (1 Kor.15:25-26). Beginnend bij het huis van Jakob dat voor Hem zal buigen (vers 8, vgl: Luk.1:33).

de leeuw uit de stam van Juda
Op drie verschillende manieren wordt Juda voorgesteld als een leeuw: de koning van de dieren. Het getal drie is een verwijzing naar de Messias, want Hij zou opstaan op de derde dag. Juda is een leeuwenwelp en hier ligt de nadruk erop dat het om een jonge leeuw gaat. Zo’n nieuwe generatie is de hele Schrift door een verwijzing naar opstanding. “Wie zou hem doen oprijzen” aan het einde van het vers, is dan ook een vraag waar wij het antwoord op weten. God heeft Hem opgewekt! Een waarheid die we als een rode draad door het nieuwe testament vinden (Hand.2:32, 4:10, 5:30, Rom.10:9; Gal.1:1, enz).

Ook in het boek Openbaring wordt de Messias voorgesteld als een leeuw, uit de stam van Juda. Daar is Hij degene die de eigendomsakte van het land Israël, voorgesteld als een verzegelde boekrol, mag openen en zo Zijn koningschap zal opeisen.

Openbaring 5
5 En één van de oudsten zegt tegen mij: Huil niet, zie, de leeuw uit de stam van Juda, de wortel van David, overwint, om de boekrol te openen, en om haar zeven zegels los te maken.

koningschap
De scepter spreekt van heerschappij (Jes.14:5) en is een symbool van koningschap (Esther 4:11, 5:2 en 8:4). Hetzelfde geldt natuurlijk voor de heersersstaf. Hij zal koning zijn over alle volken en Hem zullen de volken gehoorzaam zijn (:10). Anderen zeggen herdersstaf, maar ook de herder is een bekend beeld van de Messias (Joh.10:11,14). En ook een staf spreekt van opstanding.
Het gedeelte waar gezegd wordt totdat Silo komt is tekstkritisch en vertaaltechnisch nogal omstreden. Silo betekent rust of veilig/zeker, denk ook aan shalom, dat vrede betekent. Ook dit is een verwijzing naar de Messias.

op het leven!
Ook de verzen 11 en 12 zijn erg zinnebeeldig. Zou de ezel die aan de wijnstok wordt gebonden spreken van Degene die zou komen in vernedering, rijdend op een ezel (Joh.12:14-15)? Maar gebonden aan de wijnstok, dat wil zeggen: Hij zou deel krijgen aan nieuw leven.
“Hij zal zijn kleding in wijn spoelen en zijn overkleed in druivenbloed”, doet direct denken aan Jes.63:1-4 waar de Messias komt vanuit Edom, in een rood gewaad, omdat Hij de wijnpers heeft getreden. Het spreekt van de dag van wraak waarop Hij zal komen en recht zal verschaffen,.
Melk spreekt van overvloed en zegeningen en wit ook weer van opstanding, zoals het kleed van de hogepriester. En ook in vers 12 vinden we de wijn weer terug: Lechaim! Op het leven!