de Levitische priesters

Vorige week sprak ik in Benthuizen over een sabbatsreis. In deze studie besprak ik een aantal gedeelten waarin de Levieten een rol spelen en beargumenteerde ik dat de Levitische priesters een uitbeelding zijn van de ecclesia. Daarover heb ik in de dagen erna wat vragen en opmerkingen gekregen, dus ik wil graag de argumenten nog eens op een rijtje zetten.

wij zijn toch geen priesters?
Een vraag die ik kreeg en die wellicht meer mensen zullen hebben, is het feit dat deze Levieten priesters zijn. Maar het is juist Israël waarvan wordt gezegd dat zij een koninkrijk van priesters zouden zijn (Ex.19:6; 1 Petr.2:9). In de studie bracht ik naar voren dat de Levieten een uitbeelding zijn van de ecclesia. Ik beweer daarmee niet dat wij priesters zijn. Maar de functie van een priester(dom) is het verkondigen van de deugden van Hem (1 Petr.2:9) en dat is wel degelijk ook een functie van de ecclesia nú (2 Kor.5:18-20). Dat is een overeenkomst en de Levieten zijn daarin een type van de ecclesia.

typen van ons
Als Paulus in 1 Korinthe 10 spreekt over het volk Israël in de woestijn, zegt hij dat al deze dingen hen zijn overkomen als typen of voorbeelden (Grieks: tupos) van ons (1 Kor.10:6,11). Ze hebben een toepassing op de ecclesia en die is letterlijk en figuurlijk hoger dan de oppervlakkige betekenis, niet aards, maar hemels. We zouden die betekenis dan ook zoeken onder de oppervlakte (>onderzoeken).

door de Jordaan
In mijn toespraak refereerde ik aan de geschiedenis van Jozua 3, waar het volk door de geweken wateren van de Jordaan het land binnen trekt. Aan het hoofd van deze stoet bevond zich de ark van het verbond, die werd gedragen door Levitische priesters. Het volk Israël volgde op een afstand van ongeveer 2000 ellen, dezelfde afstand als een sabbatsreis. In deze studie betoogde ik dat de ark van het verbond een uitbeelding is van Christus en de Levieten een uitbeelding zijn van de ecclesia. Het gaan door de wateren is een illustratie van dood en opstanding en het volk Israël, zal Christus en de ecclesia hierin volgen, op een afstand van ongeveer 2000 (jaren).

buiten de legerplaats
Een andere geschiedenis waar zowel de 2000 ellen als de Levieten een rol spelen en die ik ook genoemd heb, vinden we in Numeri 35. Daar wordt beschreven dat de Levieten weidegrond kregen buiten de stad (>buiten de legerplaats: Hebr.13:13) en dat deze weidegrond 2000 ellen betrof naar de vier windrichtingen. Ook dit spreekt van de huidige tijd, die er ligt tussen Israëls verwerping van de Messias en Israëls bekering.

geen lotsdeel met Israël
De Levitische priesters hadden geen lotsdeel met Israël. Zij deelden niet in Israëls positie (Num.18:20; Deut.10:9; 18:2). Vele malen wordt met nadruk gezegd dat dit is, omdat JAHWEH hun lotsdeel is. Herkennen we daar de ecclesia niet in, die niet deelt in de zegeningen van Israël maar is toegevoegd aan de Heer Jezus Christus en deelt in Zijn lotbezit (Rom.8:17; Ef.3:6)? Als Jozua het volk het land heeft binnengeleid en het wordt verdeeld onder de stammen van Israël, ontvangt de stam van Levi geen grondgebied. Zij zijn een type van de ecclesia dat immers geen aards erfdeel heeft, maar een hemels.

eerstelingen
In de bijbel vinden we verschillende geschiedenissen waar de ark van het verbond, die wordt gedragen door Levitische priesters, zich aan het hoofd van een stoet bevindt. Jozua 3 noemde ik al, maar ook in Jozua 6, bij de val van Jericho is dit het geval. Of wat dacht u van 2 Samuël 6 waar de ark van het verbond, na een onderbreking, door David Jeruzalem wordt binnen gebracht. Ook hier wordt de ark van het verbond gedragen door Levitische priesters.

Hoofd en lichaam
Ik kan hier niet op de bijzonderheden van deze geschiedenissen ingaan, maar in al deze geschiedenissen is de ark van het verbond een uitbeelding van Christus en de Levitische priesters van degenen die bij Hem horen. Zij bevinden zich aan het hoofd van de optocht en zijn eerstelingen (Rom.8:23). Zij houden de ark omhoog (>verhogen) de ark en die is hun Hoofd. In de taal van Paulus: zij fungeren als Hoofd en lichaam (Ef.1:22; Kol.1:18).

hemels
Een argument dat ik in de studie over een sabbatsreis niet naar voren bracht, is dat de priesterlijke familie als enige toegang had tot de tabernakel. De hogepriester kwam één keer per jaar in het heilige der heiligen en de priesters kwamen voortdurend in het andere vertrek van de tabernakel, het heilige (Hebr.9:6). Het volk Israël had daar geen toegang. Ook dit is een uitbeelding van de positie van de ecclesia. De tabernakel is namelijk een uitbeelding van de hemel (Hebr.9:10-11 en 24) en de priesters in de tabernakel zijn een uitbeelding van de hemelse positie van de ecclesia (Ef.2:6). Gezegend in alle geestelijke zegen in de hemel in Christus! (Ef.1:3)