Mattheüs 13:31-32 de gelijkenis van het mosterdzaad (2) de vogelen van de hemel

Het mosterdzaadje groeit uit tot een boom en dat is een vorm van wildgroei. Mosterd is een groente en mosterdstruiken kunnen vrij hoog worden, maar het zal zich nooit ontwikkelen tot een boom. Het oorspronkelijke mosterdzaadje dat de Heer zaaide in de wereld als uitbeelding van het Koninkrijk van de hemelen, zou ontaarden.

vogels
De vogelen van de hemel, waarvan we gezien hebben dat ze een uitbeelding zijn van de boze (Matth.13:19) en van de boosaardige geestelijke machten in de lucht (Ef.612), voelen zich erg thuis in deze boom en nestelen in zijn takken.

De mosterdboom heeft zijn wortels diep verankerd in de aarde. Zo is dat ook met religie. Men oefent invloed uit in de politiek en maatschappij. Zo zien we bijvoorbeeld dat als er iets in de Rooms Katholieke kerk gebeurt, dit nieuws is. Het krijgt aandacht, omdat de kerk macht en invloed uitoefent in de wereld. En dat is natuurlijk niet alleen zo met de Rooms Katholieke kerk, maar heel het religieuze christendom heeft die intentie.

andere voorbeelden met vogels
We vinden in de Schrift vaker geschiedenissen waarbij vogels een negatieve rol spelen. Bijvoorbeeld als Abraham aan God een offer wil brengen, willen de vogels dit verhinderen en moet Abraham ze wegjagen (Gen.15:11). Zij willen, net als in de gelijkenis van de zaaier, roven wat de Heer toebehoort.

de schenker en bakker
Wanneer Jozef de dromen van de schenker en de bakker uitlegt, loopt het met de schenker goed af (Gen.40:9-13). Hij wordt na drie dagen verhoogd en ontvangt zijn positie als schenker van de farao weer terug.

In de droom van de bakker heeft de bakker drie manden op zijn hoofd met bakkerswerk erin. De vogels komen vervolgens om wat in de mand ligt, op te eten. Jozef geeft een negatieve uitleg van deze droom. Na drie dagen zal de bakker opgehangen worden en de vogels zullen zijn vlees eten (Gen.40:16-19).

De meeste vogels in de bijbel zijn onrein (Opb.18:2), zoals aaseters (Opb.19:18) en zij worden geassocieerd met de dood. Ze symboliseren Satan en zijn boodschappers, hij is ‘degene, die de macht van de dood heeft’ (Hebr.2:14)

de boom van Nebukadnezar
In Daniël 4 wordt een droom van Nebukadnezar beschreven. Hij droomt over een grote boom, waarvan zijn hoogte reikte tot de hemel en die te zien was tot aan het einde van heel de aarde. Zijn loof was prachtig en zijn vruchten waren talrijk, er zat voedsel aan voor allen. Onder hem vonden de dieren van het veld schaduw en de vogels in de lucht verbleven in zijn takken (Dan.4:10-12).

In Ezechiël 31 zien we iets soortgelijks. Daar word ook een boom beschreven, waarvan de stam hoger werd dan alle bomen op het veld. Zijn takken werden talrijk en zijn twijgen lang. Alle vogels in de lucht nestelden in zijn takken. Alle dieren van het veld wierpen hun jongen onder zijn twijgen. In zijn schaduw woonden alle grote volkeren (Ez.31:5-6)

aanzien in de wereld
De boom in Daniël 4 blijkt een uitbeelding te zijn van Nebukadnezar zelf en zijn Koninkrijk: het koninkrijk van Babel (Dan.4:20-22). Niet het Koninkrijk van Christus, maar het Koninkrijk van mensen. De boom is een voorstelling van grootsheid in deze wereld. De boom van Nebukadnezar werd omgehakt (Dan.4:23) en Nebukadnezar werd op zijn plek gezet en zo zal het alle mensenwerk vergaan.

Als we deze aardse grootheid betrekken op de gelijkenis van het mosterdzaadje, dat een mosterdboom wordt, zien we dat wat begon met geloof en door de Zoon van de mens gezaaid werd in de wereld, uitgroeit uit tot een monsterachtige boom, die verdacht veel op Babel begint te lijken.

Babel is altijd religieus geweest, weten we uit de geschiedenissen in het boek Daniël. En ook het laatste wereldrijk dat Babylon als hoofdstad zal hebben, zal in hoge mate godsdienstig zijn (Opb.17:5).

tegenovergestelde uitleg
De enige andere uitleg die ik ken van deze gelijkenis, is precies tegenovergesteld aan de betekenis, maar het illustreert wel dat deze betekenis klopt. Men zegt dat het mosterdzaad de kerk is. De gemeente begon klein en als we de brieven in het nieuwe testament lezen, krijgen we de indruk dat de gelovigen met name in huiselijke kring samenkwamen in niet al te grote groepen.

Maar binnen enkele eeuwen ontstonden er kerkelijke instituten met macht en invloed in de wereld en vertakkingen in de politiek en maatschappij. Dat de kerk groot geworden is in deze wereld wordt door deze uitleggers verklaard als iets goeds en zo geeft men deze gelijkenis een positieve toepassing.
Terwijl de Heer had gezegd dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld was (Joh.18:36), werd de kerk groot en van aanzien in de wereld. De wereld verwerpt Christus, maar aanvaardt de kerk. Dat zou te denken moeten geven.