de wegrukking: inleiding

De verwachting van de gelovigen van nu is de wegrukking. In veel kringen wordt deze gebeurtenis aangeduid als de opname van de gemeente. Beide termen hebben uitleg nodig. Zelf geef ik de voorkeur aan de wegrukking, omdat dit het beste benadert wat de Schrift zelf over deze gebeurtenis zegt. Het voordeel van het aanduiden van een gebeurtenis met een specifieke term is dat het ons spreken erover vergemakkelijkt. Het nadeel ervan is dat we daardoor andere Schriftplaatsen, die over dezelfde gebeurtenis gaan, kunnen missen, omdat daar andere terminologie wordt gebruikt.

wegrukking of opname van de gemeente?
Beide begrippen zijn gebaseerd op 1 Thessalonicenzen 4. Daar wordt dit moment beschreven, dat ik in volgende blogs nog uitgebreider zal bespreken. Kort gezegd wordt hier door Paulus voorzegd, hoe bij de wederkomst van Christus, de overleden gelovigen eerst zullen opstaan en tegelijkertijd, samen met hen die tot dat moment nog leven, weggerukt of weggegrist zullen worden om de Heer te ontmoeten in de lucht (1 Thess.4:17).

De NBG zegt hier weggevoerd worden en zowel de Statenvertaling als de Herziene Statenvertaling, vertalen hier met opgenomen worden. Wellicht komt daar dan ook het woord opname vandaan.
Zoals dit vertaald is, doet het ons denken aan de geschiedenis van de hemelvaart van Jezus (Hand.1:9). Daar wordt een ander Grieks woord gebruikt dat inderdaad betekent: opheffen of opnemen en zo is dit ook vertaald in de genoemde vertalingen. Uit het verband van Hand.1:9 blijkt dat de hemelvaart, die hier beschreven wordt, een rustige en geleidelijke wegvoering betreft.

weggrissen of wegrukken
Maar in 1 Thess.4:17 wordt een ander woord gebruikt, dat te maken heeft met grijpen, (weg)grissen of wegrukken. Het wordt in verband gebracht met geweld (Matth.11:12), de geest die Filippus van het ene op het andere moment weggriste (Hand.8:39), Paulus die weggerukt werd tot in de derde hemel (2 Kor.12:2,4), iemand uit het vuur redden door hem daaruit weg te rukken (Jud.:23) en het roven van iets (Matth.12:29, 13:19; Joh.10:12). De overeenkomst is dat het bij alle voorkomens gaat om iets wegnemen door een snelle beweging.

overeenkomst
Bij de diverse toepassingen van het begrip dringt de overeenkomst met de wegrukking zich op. Het wegnemen van Filippus door de geest, Paulus die naar de hemel wordt weggevoerd en iemand redden door hem weg te rukken. Maar ook het roven is veelzeggend in verband met 1 Thessalonicenzen 4. Want in 1 Thessalonicenzen 5 vervolgt Paulus zijn betoog en gaat hij nader in op het tijdstip van de wegrukking. Hij zegt daarover:

1 Thessalonicenzen 5
2 want jullie weten zelf nauwkeurig, dat de dag van de Heer zó komt, als een dief in de nacht.

wel of niet ‘als een dief’?
Uit de volgende verzen blijkt dat de Heer zal komen als een dief in de nacht voor degenen die Hem niet verwachten, maar dat het voor zijn lezers anders zit (1 Thess.5:3-4). Voor degenen die Hem niet kennen, komt de Heer “als een dief in de nacht”. De Heer gaat namelijk net als een dief dat doet, iets wegnemen, namelijk zijn ecclesia (> gemeente). Het zal een heimelijke gebeurtenis zijn, die de wereld overvalt, want zij zijn in duisternis (1 Thess.5:4). Het is een vergelijkingals een dief”, omdat een dief iets wegneemt wat hem niet toebehoort en de Heer juist iets wegneemt wat Hem wél toebehoort. Op deze verzen zullen we natuurlijk later nog uitgebreider terugkomen.

onze hoop, maar ook Zijn verlangen!
Voor zover men binnen het christendom gelooft in een wegrukking (of: opname van de gemeente), baseert men dit meestal slechts op enkele teksten. Natuurlijk het eerder genoemde 1 Thessalonicenzen 4 en daarnaast 1 Korinthe 15:51-52. Maar is dat niet wat mager? Zou je in de brieven van Paulus, die het geheim, dat Christus en Zijn lichaam één zijn, niet veel meer verwachten? De wegrukking handelt immers over de toekomst van de ecclesia en onze hoop. En van Christus wordt gezegd dat Hij vanwege de vreugde die Hem was voorgesteld, het kruis heeft verdragen en de schande heeft veracht en nu is gezeten aan de rechterhand van de troon van God (Hebr.12:2). Alles heeft God aan Hem onderworpen (Hebr.2:8) en Hij wacht nu op het moment dat daadwerkelijk alles aan Hem onderschikt zal worden (Hebr.10:13).

startpunt
Maar let op! De taak van het onderschikken van het heelal zal Christus Jezus niet in Zijn eentje vervullen, maar dat deelt Hij met een gezelschap, zij die Hem toebehoren: de ecclecia, die Zijn lichaam is (Ef.1:22-23). De wegrukking zal hiervoor het startpunt zijn. Ook de Heer zelf verlangt dus naar het moment van de wegrukking! Het mag dan ook niet verbazen dat er veel meer dan enkele teksten zijn die spreken over deze gebeurtenis en wat daarmee samenhangt. Daarover meer in de volgende blogs.