in doeken gewikkeld

In een vorige blog bracht ik naar voren dat alle bijbelse geschiedenissen een hogere, geestelijke betekenis hebben en vooruitwijzingen zijn, ook de details die beschreven worden rond de geboorte van Jezus. Hiervoor had ik ook kunnen verwijzen naar Lukas 2, want daar wordt ronduit gezegd dat het kind, in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe, een teken is. De beschreven details hebben dus een be-teken-is.

Lukas 2
12 En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.

doeken in de Schrift
In het nieuwe testament is er nog maar bij één andere gebeurtenis sprake van doeken. Ook bij Jezus, maar nu niet bij Zijn geboorte, maar bij Zijn begrafenis en opstanding.

Johannes 19
40 Zij namen dan het lichaam van Jezus, en bonden dat in linnen doeken met de specerijen, gelijk de Joden de gewoonte hebben van begraven.

Johannes beschrijft een hoofdstuk later dat Maria Magdalena naar hem en Petrus toekomt om te zeggen dat het lichaam van Jezus weggenomen is en vervolgens gaan zij naar het graf van Jezus. Als ze daar aankomen, staat er:

Johannes 20
5 En als hij nederbukte, zag hij de doeken liggen; nochtans ging hij er niet in.
6 Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging in het graf, en zag de doeken liggen.
7 En den zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen, maar in het bijzonder in een andere plaats samengerold.

Doeken is dat wat achterblijft bij de opstanding van Christus en de doeken spreken dan ook van de tijdelijkheid van dit aardse bestaan. Doeken zijn de dingen waar een mens in-gewikkeld (Luk.2:12) en in gebonden (Joh.19:40) wordt.  De mens wordt er door vastgehouden. Ons aardse lichaam is iets wat ons aan deze aarde bindt. Wij verwachten dan ook de verlossing van ons lichaam (Rom.8:23), het moment waarop ons vernederd lichaam veranderd wordt en gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam (Fil.3:21).

de wet
In Joh.20:7 wordt specifiek een zweetdoek genoemd. Deze zweetdoek is een beeld van de wet waardoor het Joodse volk gebonden was. Zij waren onder de wet in bewaring gesteld en besloten (Gal.3:23). Christus heeft door Zijn opstanding hen verlost van de vloek van de wet (Gal.3:13). De zweetdoek is een beeld van de werken van de wet, waardoor het volk vermoeid en belast was (Matth.11:28). Christus is de vervulling van de wet, liet de zweetdoek achter, en geeft de vermoeiden rust (Matth.11:29).

Hoofd en lichaam
Tenslotte wil ik nog wijzen op een ander aspect van de doeken in Johannes 20. Daar staat met nadruk vermeld dat de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, niet bij de doeken lag, maar los ervan, opgerold op een andere plaats (Joh.20:7). Dit is een uitbeelding van het feit dat sinds de opstanding het Hoofd (Christus) fysiek gescheiden is van het lichaam (>de ecclesia). Weliswaar is de gemeente, het lichaam van Christus, een geestelijke eenheid met het Hoofd en is ons leven verborgen met Christus in God (Kol.3:2). Maar die eenheid zal echter pas in de toekomst volledig worden, als Hoofd en lichaam verenigd worden.

Romeinen 8
23 (…) ook wijzelf zuchten in onszelf, in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.
24 Want in die verwachting werden wij gered.