de bediening van Paulus

Paulus was een afgevaardigde van Christus Jezus. Daar vangt hij zijn brieven dan ook mee aan. “Paulus, apostel” (Grieks: apostolos = afgevaardigde). Hij was afgevaardigd en afgezonderd door God tot het evangelie van God (Rom.1:1). Paulus had van God een bediening ontvangen, hij bediende de natiën met het goede bericht van God.

twee bedieningen?
Sommigen zien in de loopbaan van Paulus twee verschillende bedieningen. Zij verdelen zijn brieven in vroege en late brieven en alleen de late brieven zouden op de ecclesia, die het lichaam van Christus is, van toepassing zijn. Over waar die tweedeling in Paulus’ brieven moet worden geplaatst, is men vaak verdeeld. Maar Paulus zou in eerste instantie aan Israël het Koninkrijk verkondigd hebben, zo is de gedachte. Als Israël zich zou bekeren, zou de Messias terugkeren en Zijn Koninkrijk oprichten. Zoals we dat bijvoorbeeld in het boek Handelingen terugvinden uit de mond van Petrus:

Handelingen 3
19 Kom dus tot bezinning en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere, 20 en Hij Jezus Christus zal zenden, Die tevoren aan u verkondigd is.

Handelingen 28:28
Maar Paulus was niet gezonden tot Israël, maar tot de natiën, zonder onderscheid. De boodschap die hij aan Israël bracht, was dat, vanwege het ongeloof van Israël, redding naar de natiën zou gaan (Hand.13:46). En niet pas in Handelingen 28:28. Daar zegt Paulus tot zijn Joodse toehoorders:

Handelingen 28
28 Laat het, dan, aan jullie bekend zijn, dat de redding van God aan de natiën werd afgevaardigd; zíj zullen ook horen.

verleden tijd
Redding werd afgevaardigd, gezonden aan de natiën. Werd is in dit vers onmiskenbaar een verleden tijd waarin Paulus terugverwijst op een eerder moment en dit spreekt dus niet over het moment zoals beschreven in dit vers. Juist in één van zijn vroege (!) brieven, de Romeinen brief, zet Paulus  in een paar pennenstreken neer wat zijn bediening is, ook ten opzichte van het Joodse volk:

Romeinen 11
13 Want ik zeg tot jullie, tot de natiën, juist omdat ik, inderdaad, de afgevaardigde van de natiën ben, verheerlijk ik mijn bediening,
14 indien ik op de een of andere manier degenen van mijn vlees jaloers kan maken, en dat ik enigen uit hen zou redden.

apostel van de natiën
Paulus was apostel van de natiën. Hij zag er eer in om zijn bediening te verheerlijken door enigen uit zijn vlees, het Joodse volk te redden. Dus Paulus’ prediking was niet dat het Koninkrijk zou aanvangen als het Joodse volk zich zou bekeren. Nee, Paulus wist dat het volk als geheel de boodschap zou afwijzen en dat er slechts enigen uit hen gered zouden worden. Door hen het evangelie te brengen dat hem was toevertrouwd en enigen uit Israël te redden, gaf hij glorie aan zijn bediening als apostel van de natiën.