Ruth 4:1-6 ploni almoni

In het laatste hoofdstuk komt de andere losser ten tonele waarvan Boaz al melding had gemaakt tegen Ruth bij hun ontmoeting op de dorsvloer (3:12). Boaz zoekt deze andere losser op en er ontstaat een gesprek over het losserschap.

Ruth 4
1 En Boaz ging op naar de poort en hij zat daar. En zie, de losser ging voorbij, over wie Boaz gesproken had. En hij zei: Wijk af en zit hier, “zo-en-zo.” En hij week af en hij ging zitten.
2 En hij nam tien mannen uit de oudsten van de stad, en hij zei: Zit hier. En zij gingen zitten.
3 En hij zei tot de losser: Naomi, die uit het veld van Moab is teruggekeerd, verkoopt een stuk van het veld dat van onze broeder Elimelech was.
4 En ik zei: Ik zal aan jouw oor onthullen, zeggend: Koop het in aanwezigheid van die hier zitten en tegenover de oudsten van mijn volk. Indien jij het zult lossen, los het! En indien jij niet zal lossen, vertel het mij, dan zal ik het weten, want er is niemand behalve jij om te lossen, en ik ben na jou. En hij zei: Ik, ik zal lossen.
5 En Boaz zei: Op de dag dat jij het veld verwerft uit de hand van Naomi, verwerf jij ook Ruth, de Moabitische, de vrouw van de dode, om voor de dode een naam op te richten op zijn lotbezit.
6 En de losser zei: Ik ben niet in staat te lossen, anders richt ik mijn lotbezit te gronde. Los jij wat ik zou moeten lossen, want ik ben niet in staat te lossen.

ploni almoni
Boaz spreekt de andere losser aan met “ploni almoni”, in de NBG-vertaling weergegeven als “gij daar” en in de Statenvertaling als “gij, zulk één”. Deze onbekende blijft naamloos: een soort NN of mr. X. Al snel blijkt dat “ploni almoni” een twijfelachtige rol speelt. Aanvankelijk lijkt hij bereid te lossen, maar spoedig wordt duidelijk dat zijn drijfveer persoonlijk belang is. Zodra echter naar voren komt dat het hem niet alleen voordeel oplevert, maar ook offers vraagt, ziet hij af van zijn claim.

zelfzuchtig
“Ploni almoni” was niet begaan met het lot van Ruth en Naomi, maar slechts gericht op zijn eigen voordeel. Deze losser blijft naamloos; hij mag geen naam hebben, omdat hij uit eigen gewin handelde. In profetisch perspectief is hij een type van degene die zich in de toekomst zal presenteren als Messias, maar in werkelijkheid een valse messias is. Hij zal zich voordoen als de verlosser van Israël, maar uiteindelijk blijkt hij zijn aanspraak niet te kunnen waarmaken.

tien mannen
Boaz neemt tien mannen uit de oudsten van de stad om getuige te zijn van de zitting. Eerder zagen we al dat tien staat voor de woorden van God. De stenen tafelen waarop de tien geboden (>woorden) geschreven waren, worden vaak het getuigenis genoemd (Ex.30:6; 31:18). De wet is een getuige (Rom.3:21) en voorziet in het losserschap, maar kan niet verlossen. De tien mannen zijn getuigen van het recht, maar alleen Boaz kan de verlossing brengen.