144.000 boodschappers worden door de Heer de wereld ingezonden. Zij worden geselecteerd uit een gelovig Israël en verzegeld. Ze zijn veilig voor de verschrikkingen die de aarde zullen treffen. Wat is hun taak? Daarvan vinden we in Mattheüs 24 twee aspecten. Eén element van hun boodschap hebben we al behandeld, omdat dit in het eerste deel van de toespraak van Jezus naar voren kwam.
14 En dit evangelie van het koninkrijk zal in de gehele bewoonde wereld geproclameerd worden, tot getuigenis voor al de natiën, en dan zal het einde komen.
het evangelie van het Koninkrijk
Voordat het einde (>van de aeon, vers 3) zal komen, zal in de gehele wereld het evangelie van het Koninkrijk worden verkondigd. Door wie anders, dan door de 144.000? Zij zullen uitgezonden worden over de aarde en proclameren dat de Koning is gearriveerd, dat Hij Zijn troon heeft ingenomen en dat Hij Zijn Koninkrijk zal gaan vestigen over de hele wereld. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan en vandaar de gerichten van de bazuinen en schalen in Openbaring. Ook bijvoorbeeld Psalm 2 beschrijft dat de natiën zich zullen verzetten tegen de heerschappij van Christus, maar God heeft Zijn Koning aangesteld en Hij hen zal verbrijzelen.
gered
Degenen die het evangelie van het Koninkrijk, dat door de 144.000 verkondigd wordt, zullen geloven, worden opgeroepen om te verduren tot het einde. En als zij dit doen, zullen zij gered worden (:13). Gered worden in dit verband betekent, dat wie verduurt tot het einde van de aeon, de toekomende aeon (Marc.10:30; Luk.18:30) zal ingaan, het Koninkrijk van Christus. Het tijdperk van duizend jaar, waarin Satan gebonden zal zijn (Opb.20:2).
De andere taak van de 144.000 wordt in het vervolg van vers 31 besproken:
31 …en zij zullen Zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeen vergaderen, vanaf het ene uiteinde van de hemelen tot het andere.
bijeen verzameling
De 144.000 worden erop uitgezonden om de Israëlieten in de verstrooiing bijeen te verzamelen naar het land. Er zijn vele profetieën in de Hebreeuwse bijbel, die dan vervuld zullen worden (o.a. Deut.4:29-30; 30:1-6; Neh.1:8; Jer.32:37-38).
Ezechiël 37
Al enkele keren eerder in deze serie hebben we verwezen naar de profetie van Ezechiël 37, waar de profeet een visioen krijgt van een dal vol dorre doodsbeenderen. Deze beenderen komen tot elkaar, er komen pezen op, vlees en huid, maar in eerste instantie is er nog geen leven in (Ez.37:1-8). Maar dan staat er:
Ezechiël 37
9 En Hij zegt tot mij: Profeteer tot de geest, profeteer, mensenzoon, en jij zegt tot de geest: zó zegt de Heer JAHWEH: kom van de vier winden, geest, en blaas in deze gedoden, zodat zij zullen leven.
de vier winden
Net als in Mattheüs 24:31 is in Ezechiël 37 sprake van de vier winden, de vier windrichtingen. Een dood Israël, verstrooid onder de natiën, zal door de verkondiging van het woord door de 144.000 tot leven gewekt worden en uit alle windstreken verzameld worden naar het land.
Ezechiël 37
10 En ik profeteerde, zoals Hij mij instructie gaf; en de geest komt in hen en zij leven en zij staan op hun voeten, een uitermate grote strijdmacht.
Het verzamelde Israël van de toekomst wordt voorgesteld als een geweldig groot leger. In Openbaring 7:9 worden zij genoemd: een grote schare, die niemand tellen kon, vanuit elke natie, en stammen, en volken, en talen.
Ezechiël 37
11 En Hij zegt tot mij: mensenzoon, deze beenderen zijn het gehele huis van Israël. Zie, zij zeggen: Onze beenderen zijn droog, en onze hoop is vergaan. Wij werden afgesneden.
12 Daarom, profeteer, en jij zegt tot hen: Zó zegt de Heer JAHWEH: Zie, Ik zal jullie graven openen en Ik zal jullie uit jullie graven doen opgaan, mijn volk, en Ik zal jullie naar de grond van Israël brengen.
(…)
14 Ik zal mijn geest in jullie geven, en jullie zullen leven, en Ik zal jullie vestigen op jullie grond.
(…)
21 en spreek dan tot hen: Zó zegt de Heer JAHWEH: zie, Ik zal de zonen van Israël uit het midden van de natiën nemen, waarheen zij gegaan zijn; en Ik zal hen van alle kanten bijeenroepen en Ik zal hen naar hun grond brengen.
22 En Ik zal hen tot één natie maken in het land, op de bergen van Israël, en één koning zal voor hen allen tot koning zijn.
Wat een geweldige toekomst lezen we hier voor het volk van Israël. Nu nog zonder hoop, afgesneden en in het graf. Maar dán ontvangen zij de geest en zullen zij leven. Ze worden terug verzameld naar het beloofde land en daar zal de Messias Koning over hen zijn.