In de laatste blogs over de 144.000 hebben we deze groep geïdentificeerd. We weten nu wie zij zijn, wat ze gaan doen en wanneer ze zullen optreden. Letterlijk wordt er alleen in Openbaring 7 en 14 gesproken over de groep van 144.000, maar sommigen zien in het visioen van Openbaring 12 over de vrouw, die een mannelijke zoon baart, ook een beschrijving van de 144.000. De mannelijke zoon zou dan een uitbeelding zijn van de 144.000.
het teken
De geboorte van de mannelijke zoon, wordt een groot teken genoemd (12:1). Er wordt in beeldende taal een zwangere vrouw beschreven, die op het punt staat om een kind te baren. Vervolgens wordt nog een teken genoemd van een draak, die voor de vrouw staat. Deze draak heeft als doel om het kind, dat bestemd is voor de troon, te verslinden zodra het geboren wordt. Maar de mannelijke zoon ontkomt. Het wordt voor het dreigende gevaar weggerukt naar God en Zijn troon. De vrouw vlucht daarop naar een veilige plek in de woestijn, waar ze 1260 dagen bewaard wordt.
wanneer?
We hebben nauwkeurig bepaald wanneer de 144.000 ten tonele komen en worden verzegeld. Dat is ná het zesde zegel (Opb.6:12) en dat is ná de grote verdrukking (Matth.24:29). En de periode van de grote verdrukking vinden we ook beschreven in het betreffende hoofdstuk, Openbaring 12.
Openbaring 12
6 En zij bracht een mannelijke zoon voort, die alle natiën zal hoeden met een ijzeren knots; en haar kind wordt weggerukt naar God, en naar zijn troon.
7 En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, die door God gereed gemaakt is, zodat zij haar daar twaalfhonderd zestig dagen zullen voeden.
vóór de grote verdrukking
De wegrukking van de mannelijke zoon vindt plaats vlak voor een periode van 1260 dagen. De vrouw, die een uitbeelding is van (een deel van) Israël krijgt de gelegenheid om te vluchten naar de woestijn. Dit vinden we ook in Mattheüs 24, in Jezus’ rede over de laatste dingen.
Mattheüs 24
16 laten dán degenen, die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.
17 Wie op het dak is, laat hij niet afdalen om iets vanuit zijn woonhuis te pakken.
18 En wie in het veld is, laat hij niet omkeren naar achteren om zijn kleding op te pakken.
(…)
19 Want dán zal er een grote verdrukking zijn, zodanig als er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en ook absoluut niet meer wezen zal.
chronologie
Een deel van Israël (de vrouw) zal naar de woestijn vluchten vóór de grote verdrukking, die 1260 dagen zal duren. Dat is dan ook het moment waarvóór de mannelijke zoon wordt weggerukt. Maar de 144.000 komen komen pas na de grote verdrukking op het toneel, na het zesde zegel. Chronologisch kan de mannelijke zoon dus geen uitbeelding zijn van de 144.000, simpelweg omdat de groep van 144.000 nog niet is aangewezen en verzegeld
gevaar
De mannelijke zoon in Openbaring 12 is in gevaar. De draak staat voor de vrouw, om zodra het kind geboren is, deze te verslinden (Opb.12:4). Dat is dan ook de reden dat de mannelijke zoon wordt weggerukt naar God en Zijn troon (Opb.12:5). Maar van de 144.000 lazen we dat zij verzegeld zijn om ze te beschermen tegen rampen en gevaar. Zij hebben een taak uit te voeren, namelijk Israël verzamelen uit de volkeren en het evangelie van het Koninkrijk verkondigen tot een getuigenis voor alle volken.
De 144.000 hoeven dan ook niet weggerukt te worden om ze te beschermen. Sterker nog, zij worden niet weggerukt naar Gods troon in de hemel, want hun taak is hier op aarde.
troon
De troon spreekt van heerschappij. De groep die wordt weggerukt naar Gods troon, is een gezelschap dat is bedoeld voor de heerschappij. De mannelijk zoon is Degene die alle natiën zal hoeden met een ijzeren knots (Opb.12:5), een rechtstreekse verwijzing naar Ps.2:9 waar dit gezegd wordt over de Messias. Maar de wegrukking van de mannelijke zoon spreekt niet over de hemelvaart van Christus, dat was een geleidelijke wegvoering naar de hemel, waarbij geen sprake was van een direct gevaar (Hand.1:9).
de Christus
De mannelijke zoon moet dus een uitbeelding zijn van een gezelschap dat één gerekend wordt met Christus. Dit wordt van de 144.000 nergens gezegd, maar natuurlijk wel van de ecclesia, die Zijn lichaam is (Ef.1:22-23). Hoofd en lichaam zijn één: de Christus (1 Kor.12:12) en wanneer Hoofd en lichaam compleet zijn, zal deze mannelijke zoon worden weggerukt naar God en Zijn troon (1 Thess.4:17).
De Christus is immers bestemd om het heelal onder één Hoofd samen te gaan brengen (Ef.1:10)!
Lees hier meer over de mannelijke zoon.
Of beluister deze studie.