De geschiedenis die we beschreven vinden in Genesis 38 is een onderbreking in de verhaallijn van Jozef en handelt over Juda die een misstap begaat. Hij heeft gemeenschap met een hoer, maar is tegelijkertijd onwetend over wat hij precies doet. De ‘hoer’ blijkt namelijk zijn schoondochter Thamar te zijn, die zich voor de gelegenheid voordoet als hoer.
Perez en Zerah
Maar hoewel de daad van Juda een morele misser is, blijkt zijn handelen toch naar Gods plan te zijn. Uit de geslachtsgemeenschap van Juda en Thamar wordt een tweeling geboren: Perez en Zerah. Zij worden later genoemd in het geslachtsregister van Jezus Christus (Matth.1:3). Ook hier zien we dat God alles doet meewerken ten goede (Rom.8:28). Tijdens de geboorte van deze tweeling is er ook sprake van een onderbreking. Daarover later meer.
intermezzo
De vormgeving van dit hoofdstuk is veelzeggend. Het is een interruptie in de geschiedenis van Jozef. Het verhaal van Jozef, die een type is van Christus, wordt onderbroken, zoals ook de komst van Christus is onderbroken. Er is een intermezzo tussen de komst van Jezus Christus in vernedering en Zijn (weder)komst in verheerlijking. In die tussentijd bevinden wij ons. Een tijd waarin het Joodse volk (Juda) terzijde is gesteld vanwege hun misstap (Rom.11:11).
Genesis 38
1 En het is in die tijd dat Juda afdaalt van zijn broeders en zijn intrek nam bij een man van Adullam, en zijn naam is Hira.
De dwaling van Juda, die model staat voor het Joodse volk, wordt hier beschreven als een afdalen. Bij verdorven handelen zeggen wij ook wel dat iemand ‘diep gezonken’ is. Toch moest het zo gaan. Door hun misstap ging redding naar de natiën (Rom.11:11). Hoe onnaspeurlijk zijn Zijn wegen! (Rom.11:33)