Filemon :22-25 groeten en slotwoorden

Zoals elke brief van Paulus, eindigt ook deze brief met wat groeten die Paulus overbrengt van medestanders, die ook een band met Filemon hebben. We lezen ook nog in het slot dat Paulus verwacht spoedig uit zijn gevangenschap losgelaten te worden. Hij was voornemens om dan naar Kolosse te reizen en onderdak te vinden bij Filemon.

22 Maak ook tegelijkertijd het gastverblijf voor mij gereed, want ik hoop dat ik door jullie gebeden genadig aan jullie gegeven zal worden.
23 Epafras, mijn mede-krijgsgevangene in Christus Jezus, groet jou,
24 evenals mijn medewerkers Marcus, Aristarchus, Demas en Lucas.

Ook in de Filippenzen brief schrijft Paulus dat hij verwacht de Filippenzen spoedig te bezoeken (1:25; 2:24). En ook die brief is geschreven in Paulus’ gevangenschap. Waarom Paulus denkt snel vrijgelaten te worden, vermeldt hij niet.

Epafras
Paulus noemt als eerste Epafras, hij was afkomstig uit Kolosse en had daar het evangelie gebracht (Kol.4:12; 1:7). Paulus noemt hem een mede-krijgsgevangene (Grieks: sunaichmalōtos), een ander woord dan dat hij meestal gebruikt voor zijn gevangenschap (>desmios, zie :1). We kwamen eerder al de militaire term mede-strijder (>medesoldaat) tegen (:2) en Paulus spreekt er vaker over dat het verkondigen van het evangelie een strijd is (2 Tim.2:3 vv; Kol.2:1). En ook het staande blijven in het geloof, is een strijd (Ef.6:12; 1 Tim.6:12). Niet omdat wij strijden, maar omdat de boodschap die we kennen van zowel godsdienstige kant, als door de wereld, bestreden wordt. Blijkbaar had Epafras dit ondervonden en zat hiervoor gevangen.

Marcus
De volgende vier namen, zijn ook allen trouwe medewerkers van Paulus. Ook zij worden in de brief aan de Kolossenzen genoemd. Marcus zou naar Kolosse komen en Paulus had de Kolossenzen instructies gegeven aangaande hem en zijn ontvangst (Kol.4:10). Als Paulus in het slot van zijn laatste brief, de 2e brief aan Timotheüs, instructies geeft aan Timotheüs, geeft hij hem opdracht om Marcus mee te nemen. Marcus was voor Paulus zeer nuttig in zijn bediening (2 Tim.4:11). Paulus heeft het daar overigens over het samenbrengen van de Schriften (2 Tim.4:13).

Aristarchus, Demas en Lukas
Aristarchus wordt ook genoemd in de Kolossenzen brief (4:10) en was een medereiziger van Paulus (Hand.19:29, 20:4 en 27:2). Voor Demas geldt dit ook (Kol.4:14), maar hij verliet Paulus later (2 Tim.4:10). Lukas kennen we natuurlijk als schrijver van het evangelie van Lukas en het boek Handelingen. Uit de inhoud van dat laatste boek blijkt dat hij Paulus vergezelde op veel van zijn reizen. Hij is de laatste die overbleef als gezelschap van Paulus aan het einde van zijn loopbaan (2 Tim.4:11).

genade
Deze brief begon met genade en eindigt met genade, zoals dit karakteristiek is voor de brieven van Paulus. Maar ook in zijn onderwijs in deze brief, is dat, net als in al zijn brieven, dé boodschap. In deze brief blijkt dat sterk uit de ruimte die hij Filemon geeft om zelf zijn beslissing te nemen met betrekking tot Onesimus. Paulus geeft uiting aan zijn verlangen, maar neemt afstand van zijn volmacht als apostel en dwingt Filemon niet te doen wat hij wil, maar in alle vrijheid zelf te bepalen wat hem goeddunkt.

De groet is niet dat de genade van onze Heer Jezus Christus met jullie is, maar met jullie geest. Ook dat is een extra nadruk op genade, want werken activeren het vlees, maar genade verbindt zich met onze geest!

25 De genade van onze Heer Jezus Christus zij met jullie geest. Amen!