Genesis 41:46 Jozef, zoon van dertig jaar

Farao geeft Jozef de hoogste positie in zijn koninkrijk en alles wat daarbij hoort. Het spreekt van Christus, die door God uitermate verhoogd werd en de Naam boven alle naam werd gegeven (Fil.2:9). In het volgende vers vinden we een belangrijk gegeven voor de tijdrekening in het leven van Jozef.

Genesis 41
46 En Jozef [was een] zoon van dertig jaar oud, toen hij voor Farao, de koning van Egypte, stond. En Jozef gaat heen van het aangezicht van Farao, en hij gaat door het gehele land van Egypte.

tijdrekening
Jozef is op het moment van zijn verhoging, dertig jaar oud. Hierdoor kunnen we een aantal dingen uitrekenen, omdat we weten dat Jozef zeventien jaar oud was toen hij door zijn vader naar zijn broers werd gezonden (37:2) en door zijn broers werd verkocht. Hij is nu dus dertien jaar in Egypte. Dit betekent ook dat Jozef twintig jaar in Egypte is aan het einde van de zeven jaren van overvloed, wanneer de zeven magere jaren aanvangen en hij zijn broers weer ontmoet. Jozef ziet zijn broers dus ná twintig jaar en is daarin een type van Christus, die na twintig eeuwen zal verschijnen aan het huis van Israël.

dertig jaren
Maar ook de dertig jaren die hier genoemd worden zijn betekenisvol. Dertig jaar spreekt ervan dat Christus is verhoogd, maar Zijn Koninkrijk nog niet is geopenbaard. Jozef was immers koning in Egypte, maar het huis van Jakob was hier nog niet in betrokken. Iets dergelijks vinden we ook van David. Hij was óók dertig jaar toen hij koning werd, (2 Sam.5:4), maar hij werd slechts koning van Juda en pas later over Juda én Israël (2 Sam.5:5). Jezus was dertig jaar oud toen Hij zijn publieke optreden begon (Luk.3:23). Het moge duidelijk zijn dat deze dertig jaar hier wordt genoemd in verband met zijn eerste komst, waarin Hij kwam als de beloofde Messias, maar Zijn Koninkrijk niet openbaarde, omdat Israël Hem verwierp. Dat komt nog, zoals Jozef en David in eerste instantie ook regeerden over een deel en pas later over het geheel.

het gezelschap van Christus
Mozes werd na zijn dood dertig dagen beweend door het huis van Israël (Deut.34:8). Ná dertig dagen wordt hij opgevolgd door Jozua (Deut.34:9). Een uitbeelding van de dood van Jezus en opstanding van Christus. Dertig vinden we ook nog wel eens als uitbeelding van het gezelschap dat de verhoogde Christus zich verzamelt, voordat Hij Zijn Koninkrijk zal openbaren. Zo had Saul op een hoge plaats een maaltijd en zat aan het hoofd van dertig man (1 Sam.9:22). Daarna daalden zij af (1 Sam.9:25) en ontving Saul het koninkrijk (1 Sam.10:1).

‘dertig’ in Richteren
Ook Simson had in Richteren 14 een gezelschap van dertig metgezellen op zijn bruiloft, aan wie hij raadsels opgaf. Raadsels zijn, net als dromen, geheimenissen of verborgenheden. Over het raadsel van Simson is veel te zeggen en over de hele geschiedenis nog meer. Maar voor deze blog wijs ik er alleen op dat het huwelijk van Simson niet doorging. Ook dit is een beeld van het uitstel van de bekering van Israël. Ik zou nog vele voorbeelden kunnen noemen, met name uit het boek Richteren, want de Richteren periode wordt erdoor gekenmerkt dat God verlossers zendt (richters), maar het volk nog geen koning heeft. Alleen dat al, is een type van de tijd waarin wij leven. De Verlosser is gezonden, maar Zijn Koninkrijk nog niet geopenbaard. En ook in het leven van David komen we de dertig nog wel eens tegen. Kortom: pak maar eens een concordantie en zoek op waar het getal dertig overal wordt genoemd.