In de evangeliën vinden we een aantal geschiedenissen waarin een vijgenboom een rol speelt. In de vorige blog zagen we dat Jezus een vijgenboom vervloekt (Marc.11:21) en dat de boom terstond verdort. Het is een uitbeelding van Israël dat in deze aeon geen vrucht draagt. Een andere geschiedenis waar een vijgenboom wordt genoemd, vinden we in het Lukas evangelie.
Lukas 13
5 Nee, zeg Ik tot jullie, maar indien jullie je niet bezinnen, dan zullen jullie allen op dezelfde wijze omkomen.
6 En Hij zei deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard was geplant, en hij kwam om vrucht daaraan te zoeken, en hij vond die niet.
7 En hij zei tot de wijngaardenier: Zie, drie jaar kom ik vrucht aan deze vijgenboom zoeken, en ik vind ze niet. Hak hem dan om, waarom maakt hij ook het land onproductief?
8 En hij antwoordt, en hij zegt tegen hem: Heer, laat hem ook dit jaar staan, dat ik ook rondom haar zal spitten en haar bemesten.
9 En indien hij inderdaad, in het aanstaande jaar vrucht zal dragen [laat hem staan], anders zal jij hem zéker omhakken.
Israël bezint zich niet
In vers 5 zien we dat Jezus het volk Israël aanspreekt dat zij als natie zullen omkomen, als zij zich niet bezinnen op Zijn prediking. Vervolgens bespreekt de Heer een gelijkenis over een vijgenboom, die is geplant in een wijngaard. Beiden zijn een beeld van Israël. Een wijnstok spreekt van de beloften die God aan de aartsvaders gedaan heeft. De wijnstok “belooft” immers wijn, een uitbeelding van nieuw leven. De wijngaard spreekt met name over het land, het huis van Israël (Ps.80:8; Jes.5:7; Jer.12:10), de vijgenboom van de natie Israël.
drie jaar
Het was de Heer zelf die kwam tot Zijn volk om te bezien of het vrucht droeg, maar die niet vond (:6). De drie jaar uit vers 7 staan dan ook van de eerste drie jaar van Zijn openbare optreden onder het volk, die aanvingen toen Hij dertig jaar oud was (Luk.3:23). Het omhakken van de vijgenboom, spreekt, net als het verdorren van de vijgenboom, over het terzijde stellen van Israël. De natie Israël zou uiteindelijk worden weggenomen in 70 AD, omdat het onvruchtbaar was.
spitten en bemesten
Maar na drie jaar was de bediening van Jezus nog niet ten einde en vandaar het antwoord: Heer, laat hem ook dit jaar staan, dat ik ook rondom haar zal spitten en haar bemesten. En indien hij inderdaad, in het aanstaande jaar vrucht zal dragen [laat hem staan], anders zal jij hem zéker omhakken.
dood en opstanding
Het spitten spreekt over de begrafenis van de Heer. Maar Hij verbleef slechts kort in het graf, want God wekte Hem op uit de dood en gaf Hem nieuw en onvergankelijk leven. Bemesting is voeding voor de boom en spreekt van dit onvergankelijke leven. Maar, zoals wij nu achteraf weten, Israël verwierp ook de opgewekte Christus en werd uit het land gezet. Hier in deze gelijkenis heet dit: omgehakt, elders: afgesneden (Ez.37:11).