de zonde tegen de heilige geest?

Een bezoeker van mijn website stuurde me een mailtje met de vraag: Wat is de zonde tegen de Heilige Geest? Ze had op mijn website gezocht naar het onderwerp, maar er niets over gevonden. Dat geeft mij een goede gelegenheid om die leemte op te vullen.

een term die ‘niet naar de Schrift’ is
Het zal sommigen verbazen, maar de term ‘de zonde tegen de heilige geest‘, komt je nergens in de bijbel tegen. Toch wordt deze term binnen het christendom gebruikt en er zijn nogal wat mensen die zich christen noemen, die zich afvragen of zij de zonde tegen de heilige geest hebben begaan. Met alle onrust van dien, want deze zonde kan niet vergeven worden, zo is het idee. Daar is immers geen vergeving voor in eeuwigheid, zoals de meeste vertalingen optekenen in Marc.3:29.

laster
Het gedeelte waar deze kwestie betrekking op heeft, vinden we in Matth.12:30-31; Marc.3:28-29 en Luk.12:10. Er wordt een man naar Jezus gebracht, die demonisch bezeten is en die blind en doofstom is (Matth.12:22). Jezus geneest hem. De menigte die daarbij is, raakt buiten zichzelf en zegt: “Is Deze niet de Zoon van David?” (:23). De Farizeeën reageren hierop dat Jezus de demonen slechts uitdrijft door Beëlzebul, de overste van de demonen (:24).

Jezus legt dan in de volgende verzen uit dat dit niet kan. “Indien Satan Satan uitwerpt, dan is de tegenstander tegen zichzelf verdeeld” (:26), dus wat Jezus deed moest wel door Gods geest geleid zijn (:28). Vandaar dat het laster van de geest is, want dát is wat er letterlijk staat. Laster is: liegend kwaadspreken om iemand schade te berokkenen. Men wist dat de genezing die Jezus deed, een werk van God was. Het was Gods geest die dit wonder tot stand bracht. En dat beseften de Farizeeërs zich, anders kan men de geest niet lasteren. Jezus zegt dan:

Mattheüs 12
31 Daarom zeg Ik tegen jullie: Alle zonde en lastering zal de mensen vergeven worden, maar de lastering van de geest zal niet vergeven worden.
32 En wie een woord tegen de Zoon van de mens zal zeggen, het zal hem vergeven worden; maar wie het tegen de heilige geest zal zeggen, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze aeon, noch in de toekomende.

de geest
Het gaat hier om lastering van de geest. Het gaat er niet om dat zij Jezus (de Zoon van de mens) belasterden. Daar hadden zij op terug kunnen komen (Luk.12:10). De Farizeeën wisten dat wat Jezus deed, Hij door Gods geest deed en toch ontkenden zij dit. Sterker nog: zij lasterden dat Jezus dit deed door demonen in plaats van door Gods geest en hiermee lasterden zij de geest. In het Grieks is het woord voor lastering blasphemia, waarin we ons woord blasfemie gemakkelijk herkennen. Blasfemie is godslastering. En dat is wat de Farizeeën deden. Zij lasterden God door het werk van de geest te ontkennen en toe te schrijven aan Satan. Wie zo weerspannig is, zal zich door geen enkel wonder laten overtuigen. De Farizeeën zouden zich door geen enkel argument bekeren en vandaar dat deze lastering hen “niet vergeven wordt, noch in deze aeon, nog in de toekomende”.

aion
De (herziene) Statenvertaling en NBG hebben hier: nog in deze eeuw, nog in de toekomende. Het betreft hier het Griekse woord aion, dat staat voor een tijdperk van onbekende duur. Opmerkelijk wordt het als we hier het parallelgedeelte uit Marcus naast leggen uit de drie eerder genoemde vertalingen. Ik citeer uit de NBG, de anderen zijn nagenoeg hetzelfde:

Marcus 3
29 maar wie gelasterd heeft tegen de Heilige Geest, heeft geen vergeving in eeuwigheid, maar staat schuldig aan eeuwige zonde.

tijdperk
Hier vinden we hetzelfde Griekse woord aion, maar nu is het vertaald met eeuwigheid. Letterlijk staat er: “….heeft geen vergeving tot in de aeon, maar is schuldig aan aeonische zonde”. In het christelijk taalgebruik is een eeuwigheid een duur zonder begin en zonder einde. Dat is zo goed als het tegenovergestelde van een eeuw (tijdperk) of aeon en hiermee hebben de vertalers dan ook niet vertaald, maar hun kwalijke theologische denkbeelden in de tekst geprojecteerd. Ze hebben de tekst geweld aangedaan en een (weliswaar krachtige) uitspraak van Jezus, veranderd in een hopeloos, oneindig onheil. En dat is zeer onterecht.

deze boze aeon en de toekomende aeon
Het gaat hier om hen die bewust de geest lasteren en ongelovig blijven, zoals de Farizeeën, terwijl overduidelijk was dat wat Jezus deed, door Gods geest was. Voor diegenen is er in deze aeon en in de toekomende aeon geen vergeving. Deze aeon is een boze aeon (Gal.1:4) en wanneer dit tijdperk eindigt, breekt er een nieuwe aeon aan, de toekomende aeon. Dit is het tijdperk waarin de Messias Zijn Koninkrijk zal openbaren. Aan deze toekomende aeon hebben deze Farizeeën geen deel.

God is de Redder van alle mensen!
Maar er komt wel degelijk een tijd dat ook zij hun knieën zullen buigen en zullen belijden dat deze Jezus hun Heer is (Fil.2:10-11), maar dat zal op een later tijdstip zijn, in ieder geval na de toekomende aeon(en). God is ook hun Redder (1 Tim.4:10) en zal ook hen levend maken (1 Kor.15:22), als de laatste vijand, de dood, teniet gedaan wordt (1 Kor.15:26). Voor ieder is een bestemde tijd (1 Kor.15:23-24).