Richteren 14:10-11 Simsons dertig metgezellen

Simson gaat op weg naar Timnah, met de bedoeling een huwelijk te sluiten met de vrouw. Eerder zagen we al dat bij de Hebreeuwse profeten het huwelijksverbond een bekend beeld is van het nieuwe verbond dat God zal sluiten met Zijn volk (Hos.2:15).

Richteren 14
10 En zijn vader daalde af naar de vrouw en Simson maakte daar een feestmaal, want zo doen de uitgekozen jonge mannen.
11 En het gebeurde wanneer zij hem zagen, dat zij dertig metgezellen namen en zij met hem waren.

huwelijk of feestmaal?
Het woord dat hier vertaald wordt met feestmaal, wordt in de Statenvertaling weergegeven met bruiloft. Uit het vervolg blijkt wel dat het gaat om een feest(maal) dat vooraf gaat aan de daadwerkelijke huwelijkssluiting, want het huwelijk tussen Simson en de vrouw komt uiteindelijk niet tot stand. Het woord heeft ook met (wijn) drinken te maken (Ezra 3:7; Dan.1:5,8,10,16) en dat is wat men op een feest meestal ook doet. Het huwelijk van Simson en de vrouw beeldt de komst van het nieuwe verbond uit. Nieuw leven (>wijn) ligt voor het grijpen, maar het eindigt in een fiasco, zoals we nog zullen zien.

dertig metgezellen
De dertig metgezellen van Simson spelen een belangrijke rol in deze geschiedenis. Merk op dat het hier gaat om metgezellen (>naasten) van Simson en niet van de vrouw. Het zijn de metgezellen aan wie Simson een raadsel geeft. In de taal van Paulus: hij spreekt met hen in geheimen of verborgenheden. Deze metgezellen zijn een uitbeelding van het gezelschap dat Christus rond Zich verzameld.

het getal dertig
Het zou een hele studie door de Schrift kunnen zijn om te bezien waar er nog meer sprake is van een gezelschap van dertig, of waar het getal dertig zoal nog meer voorkomt. Voor hier wil ik het houden bij een aantal voorbeelden. Eerst een tweetal andere voorbeelden van een gezelschap van dertig.

Saul en David
Voordat Saul daadwerkelijk koning wordt, heeft hij een maaltijd met dertig genodigden (>geroepenen) en die maaltijd wordt gehouden op een hoge plaats (1 Sam.9:13,22,25). Herkennen we daarin niet Christus en de ecclesia, die met Hem gezet is in de hemel (Ef.2:6) en deelt in Zijn positie, voordat Hij Koning is over Israël?
David, was voordat hij koning werd, hoofd over een gezelschap van vierhonderd mannen (1 Sam.22:1-2). Maar binnen dat gezelschap bevonden zich dertig mannen, waarvan gezegd wordt dat zij hem bijstonden bij de verwerving van zijn koninkrijk. Zij kregen dan ook hoge posities in het koninkrijk van David (2 Sam.23:8 vv). Een uitbeelding van Christus en Zijn ecclesia, die met Hem zal worden geopenbaard in heerlijkheid (Kol.3:3) en zullen heersen over de hele schepping (Rom.8:17; Ef.1:10)

dertig in Richteren
Ook in het boek Richteren komen we de dertig nogal eens tegen. Bijvoorbeeld bij Jaïr, wiens naam betekent Hij zal verlichten, met afgeleide betekenissen (Rich.10:3-4) als: Hij zal tonen/illustreren. Hij had dertig zonen, die reden op dertig ezels en dertig steden hadden. Natuurlijk toont/illustreert ook deze Jaïr ons Christus en zij die delen in Zijn positie.
En Ezban, een man uit Bethlehem(!), die dertig zonen en dertig dochters had (Rich.12:8-9).
De dertig spreekt ook van verborgenheid. Zowel Jozef als David waren dertig jaar oud, toen zij koning werden. Toen werd openbaar wie zij daadwerkelijk waren. Allemaal schitterende plaatjes van de komende Koning: Christus Jezus!