Spreekt Efeze 2 erover dat God wel degelijk iets van de mens verwacht? Verwacht God werken van de mens? In dit hoofdstuk staat dat God die werken voorbereid heeft, maar er staat dat wij in die werken zouden wandelen. Betekent dit dat wij hier ons steentje aan moeten bijdragen?
positie
Een korte lezing van Efeze 2 laat het volgende zien. Vers 1 spreekt van de positie van de Efeziërs, en dus ook onze positie ten opzichte van de zonde, nu:
1 En jullie, die dood zijn in jullie misstappen en zonden…
Vervolgens wordt de positie genoemd waarin de mens verkeerd, voordat hij levend gemaakt is met Christus:
2 waarin jullie eens wandelden in overeenstemming met de aeon van deze wereld, in overeenstemming met de overste van de macht van de lucht, van de geest, die nu inwerkt in de zonen van de ongehoorzaamheid,
3 onder wie wij allen ook eens verkeerden in de begeerten van ons vlees, en wij deden de wil van het vlees en van de denkwijze, en wij waren van nature, zoals ook de overigen, kinderen van de boosheid.
máár God!
Deze verzen 2-3 geven dus een beschrijving wat de mens is zonder God en welke positie de mens heeft zonder God.
Vanaf het volgende vers zou ik wel op elk woord de nadruk willen leggen. Het gaat vanaf deze verzen over God en wat HIJ doet!
4 Maar dé God, Die rijk is in ontferming vanwege Zijn grote liefde waarmee Hij ons liefheeft,
5 maakt ook ons, die dood zijn in de misstappen en de begeerten, samen levend met Christus
(in genade zijn jullie gered)
6 en Hij wekt ons samen op, en Hij doet ons samen zitten in de hemelsen, in Christus Jezus,
7 om in de komende aeonen de overtreffende rijkdom van Zijn genade te betonen in Zijn vriendelijkheid over ons, in Christus Jezus.
8 Want in genade zijn jullie gered, door geloof, en dit niet uit jullie zelf; het is Gods naderingsgeschenk,
9 niet uit werken, opdat niemand zich beroemen zou.
10 Want zijn maaksel zijn wij, die geschapen worden in Christus Jezus voor goede werken, die God van tevoren gereedmaakt, opdat wij daarin zouden wandelen.
God is rijk in barmhartigheid, God heeft ons lief, God maakt ons samen levend met Christus, God geeft ons genade, God wekt ons op in Christus Jezus, God zet ons samen met Christus Jezus in het hemelse, God geeft geloof en dat is beslist niet uit (onze) werken, zoals vers 9 zegt.
Zijn maaksel
Wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus voor goede werken die God tevoren bereidde, opdat wij in deze zouden wandelen.
Alles is Zijn werk wordt gezegd in deze verzen. Niet onze werken, opdat wij geen roem zouden hebben, maar opdat het Zijn eer is. En opdat het niet van ons afhangt natuurlijk, maar het gaat zo als Hij bepaald heeft, naar de raad van Zijn wil (Ef. 1:11). En als wij daarin wandelen, is het ook Zijn werk.