een stad, Efraïm genaamd

De tweede zoon van Jozef, werd door hem Efraïm genoemd. Deze zoon werd de eerstgeborene en kreeg van Jakob de bijbehorende zegen (Gen.48:14,19). Met de naam Efraïm is iets bijzonders aan de hand, want toen het koninkrijk van Israël later in twee rijken werd verdeeld, een noordelijk tienstammenrijk en het zuidelijke tweestammenrijk, kregen deze rijken respectievelijk de namen Israël en Juda. Maar het tienstammenrijk werd ook genoemd naar de meest prominente stam: Efraïm.

terugkeer geheel Israël
Later werd het tienstammenrijk weggevoerd in Assyrische ballingschap (2 Kon.17:6). Nog weer later onder koning Kores mocht heel het volk (alle 12 stammen) terugkeren (Ezra 1:2-3) en een klein deel heeft hier gehoor aan gegeven. Deze terugkeer was echter niet naar het gebied van het tienstammenrijk (Israël), maar naar het gebied van Juda. Vandaar dat vanaf toen de begrippen Jood (Juda) en Israël synoniemen werden (Hand.2:14,22).

een volheid van natiën
Het grootste deel van de weggevoerde ballingen uit het tienstammenrijk verdween (assimileerde) onder de natiën. Jakobs woorden werden hiermee vervuld, toen hij zei dat Efraïm een volheid van natiën zou worden (Gen.48:19). Paulus haalt deze woorden aan in Rom.11:25 als hij wijst op het werk van God in onze dagen: het verzamelen van een volk uit de natiën voor Zijn naam (Hand.15:14). Op een verborgen wijze kwam het eerstgeboorterecht alsnog terecht bij hen die ooit bij de naam Efraïm genoemd werden, dat wil zeggen: onder de natiën.

In het nieuwe testament vinden we de naam Efraïm één keer als de naam van een stad:

Johannes 11
53 Vanaf die dag, dan, beraden zij zich gezamenlijk, om Hem te doden.
54 Jezus, dan, wandelde niet meer vrijmoedig onder de Joden, maar Hij ging weg, daar vandaan, naar de landstreek dichtbij de woestijn, naar een stad, Efraïm genaamd, en Hij blijft daar met zijn leerlingen.

type van Christus onder de natiën
Is dat niet typerend? Vanaf het moment dat duidelijk wordt dat de leidslieden van het Joodse volk hem verwerpen en Hem willen doden, keert Jezus zich van hen af en gaat naar een stad, genaamd Efraïm. Het is een plaatje van onze huidige tijd, waarin Israël terzijde is gesteld en Christus zich bevindt onder de natiën (Kol.1:27).