en Hij moest door Samaria gaan…

In de vorige blog beschreef ik de betekenis van Efraïm. Hij was een zoon van Jozef, maar de naam werd later ook een aanduiding voor het tienstammenrijk, dat in Assyrische ballingschap ging en grotendeels verdween onder de natiën. Efraïm staat dan ook model voor het volk dat God zich verzamelt uit de natiën in de huidige tussentijd. Ook het tweestammenrijk Juda, werd weggevoerd in ballingschap, zoals we weten uit bijvoorbeeld het boek Daniël.

de terugkeer van geheel Israël
Geheel Israël werd onder koning Kores opgeroepen om terug te keren naar het land (Ezra 1:3) en een klein deel uit alle 12 stammen gaf hieraan gehoor, zodat vanaf dat moment Israël als volk weer terug was in het land (Hand.26:7). Maar deze terugkeer was niet naar het grondgebied van Efraïm (tienstammenrijk), maar naar het gebied van Juda. Het gebied van het tienstammenrijk bleef dus voor het grootste deel onbewoond.

Samaria
Nog weer later heette het voormalig gebied van de tien stammen Samaria, net als de hoofdstad van het tienstammenrijk. De Assyrische koning bracht mensen uit zijn rijk naar de regio en die vermengden zich met de overgeblevene Israëlieten die er nog woonden. Zo ontstond het volk van de Samaritanen. Deze Samaritanen hebben veel overeenkomsten met Efraïm. Beiden hebben een Israëlitische oorsprong en hebben zich vermengd met de natiën. Beiden zijn dan ook een type van de ecclesia die wordt verzameld uit de natiën in onze tegenwoordige tijd.

Hij moest door Samaria gaan
In de vorige blog haalde ik een vers aan uit het Johannes evangelie waarin de huidige tussentijd geïllustreerd wordt. Israël staat terzijde en de Christus verblijft onder de natiën. Er is nog zo’n gedeelte in het Johannes evangelie dat dit zo typerend schildert.

Johannes 4
3 Hij verlaat Judea, en Hij ging weer naar Galilea.
4 En Hij moest door Samaria heen gaan.

erkent onder de natiën
Deze verzen komen uit het gedeelte van de geschiedenis van Jezus met de Samaritaanse vrouw. Een lange geschiedenis, maar samengevat komt het erop neer dat Jezus buiten het Joodse land een ontmoeting met een heidense vrouw heeft, die Hem herkent en erkent als de Christus (:29). Zij gaat tot haar dorpsgenoten waarvan velen geloven vanwege het getuigenis van de vrouw (:39). Dan staat er zo kenmerkend:

Johannes 4
40 Als, dan, de Samaritanen samen naar Hem toe kwamen, vroegen zij Hem, bij hen te blijven. En Hij blijft daar twee dagen.
41 En veel meer geloven vanwege zijn woord,
42 en zij zeiden tegen de vrouw: Wij geloven niet meer om wat jij spreekt, want wij hebben Hem zelf gehoord, en wij weten, dat Hij waarlijk de Redder van de wereld is, de Christus.
43 En na de twee dagen ging Hij uit, daar vandaan, en Hij ging weg, naar Galilea.

Redder van de wereld
De Heer verlaat het Joodse land (Judea) en verblijft twee dagen in Samaria. Een uitbeelding van de tegenwoordige tijd van twee dagen van duizend jaar (2 Petr.3:8), waarin Christus verblijft onder de natiën. Dáár wordt Hij (h)erkend als de Redder van de wereld! (1 Tim.4:10)