de drijvende bijl

In de geschiedenissen van Elia en Elisa vinden we telkens verhaald hoe er iets nieuws komt in de plaats van het oude. Dit begint al bij de profeten zelf, Elisa volgt Elia op. Deze twee profeten die zelfs in hun namen al sterk op elkaar lijken, zijn beiden een type van Christus. Elia spreekt vooral van Christus in Zijn vernedering, Elisa in Zijn verhoging. Elisa ontvangt dan ook een dubbel deel van de geest van Elia (2 Kon.2:9), wat te maken heeft met eerstgeboorterecht, als voorstelling van Christus die als Eersteling werd opgewekt uit de doden (1 Kor.15:20). Één van de opmerkelijke geschiedenissen van de profeet Elisa is die van de drijvende bijl:

2 Koningen 6
1 De leerling-profeten zeiden tegen Elisa: Zie toch, de plaats waar wij voor uw aangezicht wonen, is voor ons te krap.
2 Laten wij toch naar de Jordaan gaan en ieder daarvandaan een boomstam nemen, en er een plaats voor ons maken om er te wonen. En hij zei: Ga.

profetenschool
Blijkbaar was er een profetenschool in Gilgal (4:32), waar dit plaatsvindt. Deze zonen van de profeten, zoals er letterlijk staat, wonen op een plaats die ze te krap vinden en gaan een nieuwe plek zoeken. Het is een bijbels principe dat God het eerste wegneemt om het tweede te stellen (Hebr.10:9). Ook hier vind je in de geschiedenis hoe er iets nieuws komt in de plaats van het oude.

oud vs nieuw
In deze oude schepping is lijden, het is er benauwd en krap. God neemt de oude schepping weg en geeft er een nieuwe voor in de plaats. Ook met betrekking tot de wet geldt dit. Het oude verbond, zoals de wet genoemd wordt, belemmert een mens en is krap, een mens kan er niet aan voldoen. God geeft een nieuw verbond waarin niets van de mens verwacht wordt en alle verplichtingen (beloften) bij God liggen.

3 En een van hen zei: Gaat u toch alstublieft mee met uw dienaren. En hij zei: Ik ga zelf mee.
4 Zo ging hij met hen mee. Toen zij nu bij de Jordaan gekomen waren, hakten zij bomen om.

de man Gods
Het is de man Gods die het nieuwe verbond en de nieuwe schepping tot stand brengt. Hij is met de gelovigen en vereenzelvigd zich met hen, zoals dat ook is in de ecclesia, het lichaam van Christus. Het bouwen van het nieuwe onderkomen is een uitbeelding van het bouwen van de woonplaats van God in geest (Ef.2:22), de gemeente, die Zijn lichaam is (Ef.1:22-23)

5 En het gebeurde, toen een van hen een boomstam aan het vellen was, dat het ijzer in het water viel. Hij schreeuwde het uit: Ach, mijn heer, het was geleend!
6 De man Gods zei: Waar is het gevallen? En toen hij hem de plaats aangewezen had, sneed hij een stuk hout af, wierp het ernaartoe en deed het ijzer bovendrijven.
7 Hij zei: Haal het naar u toe. Toen strekte hij zijn hand uit en pakte het.

een geleende bijl
Zoals Mozes een stuk hout in het water wierp en het water zoet werd (Ex.15:25), zo werpt deze andere man van God een hout in het water en het ijzer komt bovendrijven. IJzer staat in de Schrift voor kracht (Dan.2:40). Maar deze bijl was geleend, het gaat immers niet om onze eigen kracht en onze eigen werken, maar om dat wat Hij door ons heen doet. Het is de man van God, Christus, die via het hout (Hand.13:29) opstanding tot stand brengt.

Jordaan
De plek waar dit gebeurt is een bijzondere plaats. Eerder trok Israël onder leiding van Jozua door de Jordaan op deze plek. Hierbij weken de wateren en kreeg het volk een droge doortocht (Jozua 3). Een paar hoofdstukken eerder in 2 Koningen is het eerst Elia die deze wateren doet splijten en later Elisa als hij op de terugweg voor hetzelfde water staat (2 Kon.2:8-14). Op het moment van het ongeluk met de bijl, zijn de wateren van de Jordaan al drie maal drooggelegd als uitbeelding van opstanding uit de dood(sjordaan). De Jordaan is natuurlijk ook de plek waar Johannes de Doper optrad en doopte, wat ook een opstaan uit het water is. Deze Johannes verkondigde dat de bijl alreeds aan de wortel van de bomen lag (Matth.3:10).

Al deze geschiedenissen spreken ons van hoe een oude schepping zal plaatsmaken voor een nieuwe schepping en dat is enkel Gods werk. Wanneer het om ons aandeel gaat, zouden we bedenken dat we zijn ‘geleend’ en Zijn eigendom. Laten we daarom wat betreft ons eigen streven en werken het bijltje erbij neerleggen…