waarom God, de lévende God is

De uitdrukking, de levende God vinden we enkele tientallen keren in de Schrift. God wordt de God genoemd, omdat Hij zelf leeft en onvergankelijk is. Dit tegenover de dode en stomme afgoden, die niet leven en spreken (Jer.10:10; Dan.6:27). Maar Hij is ook de levende God, omdat Hij de Gever is van leven (Marc.12:27; Hand.17:25). God is de bron van al het leven.

geen dood meer
De levende God is ook Degene die de dood volledig teniet zal doen. De dood zal buiten werking gesteld worden en het leven zal triomferen. God doet de dood teniet door allen leven te geven, onvergankelijk leven. Pas dan is de laatste vijand, de dood, teniet gedaan (1 Kor.15:26). God is de oorsprong én de bestemming van alle leven. Daarom is Hij de levende God. Wanneer allen levend gemaakt zijn, zal de levende God alles zijn in allen (1 Kor.15:28)

1 Timotheüs 6
13 Ik beveel u voor God, Die alles levend maakt (…)

2 Timotheüs 1
10 (…) Christus Jezus,  Die de dood teniet doet, en leven en onvergankelijkheid aan het licht brengt door het evangelie.

Het evangelie is de boodschap dat de dood buiten werking zal worden gesteld en er niet meer zal zijn. Het is het goede bericht dat God door Zijn Zoon, Christus Jezus, leven en onvergankelijkheid aan het licht brengt. Zo lang er nog schepselen van de levende God in de dood zijn, is de dood nog niet teniet gedaan. Ook al zou het slechts één van Zijn schepselen betreffen. De levende God is de Redder is van alle mensen (1 Tim.4:10) en maakt allen levend (1 Kor.15:22)!