10. gaven van de geest: totdat…

Ook Efeze 4 is een Schriftgedeelte waarin duidelijk naar voren komt, dat de geestelijke gaven een houdbaarheidsdatum hadden. Ze zouden gegeven worden, totdat ze hun nut gehad hadden gehad en het doel waarvoor ze waren gegeven, was bereikt.

Efeze 4 
13 totdat wij allen de eenheid van het geloof en het besef van de Zoon van God zullen bereiken…

totdat…
Het sleutelwoord hier is totdat. Deze gaven waren gegeven voor een bepaalde periode, namelijk totdat ze zouden ophouden, zoals ook in 1 Korinthe 13 wordt uitgelegd, waar de kinderlijke fase plaatsmaakt voor volwassenheid. Datzelfde principe zien we terug in Efeze 4.

eenheid
De eenheid van het geloof en de eenheid van het besef van de Zoon van God, spreken over het moment waarop de ecclesia over het woord van God in Zijn complete vorm zou beschikken. Eenheid is hier het kernbegrip. Geen gedeeltelijke kennis van het geloof en van de Zoon van God, zoals in de tijd van de geestelijke gaven. Die openbaringen waren stuksgewijs en lokaal. Maar wanneer Gods woord tot compleetheid zou zijn gebracht, zou eenheid in geloof en besef van de Zoon van God tot stand zijn gebracht.

Efeze 4 
13 … de volwassen man, tot de maat van het volgroeid zijn van de volheid van de Christus, 
14 opdat wij niet meer onmondig zullen zijn…

van kind naar volwassen
Ook hier gaat het, net als in 1 Korinthe 13, over de kinderlijke fase die zou overgaan in volwassenheid. Het woord dat hier weergegeven is met onmondig, wordt meestal vertaald met kind. Het is hetzelfde woord dat vijf keer voorkomt in 1 Korinthe 13:11.

leiding
Totdat de volwassenheid was aangebroken, was de ecclesia net als een kind, onmondig, en had leiding nodig. Die gaf God door middel van apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraren. Zij gaven leiding en spraken met gezag. Toen Gods woord voltooid was, was deze fase van onmondigheid voorbij en vinden we alles in Zijn Woord. Zoals Paulus dit ook schrijft aan Timotheüs:

2 Timotheüs 3
16 Heel de Schrift is door God geïnspireerd, en is nuttig voor onderwijzing, aantoning, correctie en opvoeding, die in rechtvaardigheid is,
17 opdat de mens van God toegerust zal zijn, volkomen toebereid tot elk goed werk.

Gods woord is volmaakt
Heel de Schrift, of elke Schrift, is door God gegeven opdat de gelovige volkomen toebereid zal zijn voor elk goed werk. In Zijn woord bezitten wij alles, want het is volmaakt en voltooid! Daarom zijn er geen geestelijke gaven meer (nodig). Wat zouden zij nog kunnen toevoegen aan iets dat volmaakt is?