geloven als een kind

Ik heb al vaak mensen horen zeggen: “ik geloof als een kind”. Voor zover ik weet, vind je de zin geloven als een kind niet letterlijk terug in de bijbel, maar het is ongetwijfeld ontleend aan Schriftplaatsen als Matth.18:3 en Marc.10:14. Daar wordt bijvoorbeeld gezegd:

Mattheüs 18
2 En Hij riep een kind tot Zich, plaatste dat in hun midden,
3 en zeide: Voorwaar, ik zeg u, indien gij u niet bekeerd en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan.

dooddoener
Mijn ervaring is dat mensen de frase ik geloof als een kind meestal gebruiken als dooddoener wanneer er over de inhoud van de Schrift gesproken wordt. Bijvoorbeeld als het gaat om zaken die wat lastiger zijn om te verstaan (Hebr.5:11) en waar je moeite voor moet doen om ze te begrijpen: studie dus.
Men zegt dan dat men studie niet zo nodig vindt en doet dit verder af met een: “ik geloof als een kind”.
Mijn indruk is dan vaak dat degenen die dit zeggen, willen vasthouden aan wat altijd geleerd is en geen moeite willen doen om uit te zoeken wat waarheid is en hoe de dingen écht zijn. Men is niet bereid om veranderd te worden in de vernieuwing van het denken (Rom.12:2).

eigenschappen van kinderen
Maar is dat geloven als een kind? Nee, zeker niet! Want wat zijn de eigenschappen van een kind? Er zijn er vast meer te noemen, maar hieronder een aantal eigenschappen die over het algemeen van toepassing zijn op kinderen:

-Een kind gelooft zijn vader op zijn woord. Zo zouden wij ook onze Vader op Zijn woord geloven. Een volwassene verzint tegenwerpingen tegen wat Gods woord leert. Tradities, opvoeding, filosofie, theologie, enz. verhinderen een mens te geloven wat de Schrift leert. Een kind wordt niet verhinderd, maar gelooft gewoon wat zijn vader zegt.

-Een kind is ontvankelijk. Een kind staat open voor nieuwe dingen. Een kind leert graag en is toegankelijk voor waarheid.

-Een kind is nieuwsgierig. Kinderen willen weten hoe het zit en vragen het waarom van de dingen. Als een volwassene zijn denkbeelden eenmaal heeft, zeker wanneer het godsdienst betreft, stelt hij geen vragen meer, en vraagt zich ook niet meer het waarom van de dingen af.
Kinderen willen weten waarom de dingen zijn, zoals ze zijn (Joh.5:39, Hand.17:11).

-Kinderen leven in het heden, in het nu. Ze maken zich geen zorgen over de dag van morgen. Ze vertrouwen er blindelings op dat hun vader voor hen zorgt (Fil.4:6-7, Matth.6:25).

-Een kind spreekt de waarheid. Volwassenen draaien er liever omheen (Rom.1:18). De waarheid is immers hard. Zo ook met het woord van God. Velen die de waarheid kennen, zeggen dingen als: daar moet je voorzichtig mee zijn, dat kun je niet zomaar tegen iedereen zeggen. Of men vindt dat de boodschap ‘mooi ingepakt’ moet worden. Een kind denkt zo niet, het spreekt gewoon wat het denkt en vindt.

Een kind vertrouwt dus op zijn/haar vader, in alles. Geloof jij als een kind?