kerk, gemeente of ecclesia (2)?

Het woord ecclesia komt 114 keer voor in het nieuwe testament. Een ecclesia is een (uitgeroepen) vergadering. De NBG vertaalt het vrijwel altijd met gemeente, op vijf keer na. Door het woord te vertalen met gemeente, heeft het begrip een religieuze, kerkelijke inhoud gekregen en wordt het lastig de werkelijke betekenis ervan te verstaan.

volksvergadering
In de vorige blog haalde ik de drie Schriftplaatsen al aan waar het woord ecclesia met volksvergadering wordt vertaald (Hand.19:32, 39 en 41). Hier kon men niet vertalen met “gemeente”, omdat het hier een algemene vergadering betreft. In Hand.7:38 wordt gesproken over de ecclesia in de woestijn en blijkt uit het verband dat het daar gaat om de vergadering van het volk Israël in de woestijn.

vergadering
Het woord ecclesia zou dus consequent (>concordant) kunnen worden weergegeven met vergadering. Uit het verband zal dan moeten blijken wat voor soort vergadering. Een ecclesia komt bij elkaar, maar wordt ook weer ontbonden (Hand.19:41). Een opziener in de ecclesia is iemand die een vergadering voorgaat en leiding geeft aan, en zorgdraagt voor die vergadering (1 Tim.3:1-5). Het is niet iemand die leiding geeft aan een organisatie of een verzameling personen. Door het woord ecclesia te vertalen met “gemeente” en vervolgens allerlei kerkelijke organisaties aan te duiden als gemeente, heeft men het begrip ecclesia haar betekenis ontnomen. Een vergadering werd omgetoverd tot een hiërarchische organisatie met leiders die heersen over de leden van die organisatie. Een juiste vertaling van het begrip ecclesia had in ieder geval bij kunnen dragen tot een beter zicht op wat een bijeenkomst of vergadering van gelovigen is.

dé ecclesia
In de vorige blog vermelde ik al dat er allerlei soorten kerken en gemeenten zijn die van elkaar zijn onderscheiden. Een ander onderscheid dat men maakt, is tussen “plaatselijke gemeenten” en “de universele gemeente'” Onder die laatste verstaat men “het totaal van alle gelovigen”. De plaatselijke gemeente is dan de organisatie waarvan men lid is en die, door zich te verbinden aan een instituut, zich afscheidt van andere “gemeenten”. Hoort men niet bij een genootschap, dan onderscheid men zich door naamgeving en lidmaatschap van anderen. Komt men bij elkaar in huis, dan heet dat weer “een huisgemeente”. Maar al deze onderscheidingen kent de Schrift niet!

dé ecclessia
Daar waar een ecclesia samenkomt, heet dat in de Schrift niet een ecclesia, maar dé ecclesia. Deze samenkomsten vonden vaak plaats bij iemand in huis (Rom.16:5; Kol.4:15). Kerkgebouwen bestonden toen natuurlijk nog niet, die had men nog niet uitgevonden. Ook al is maar een deel van alle gelovigen aanwezig, toch wordt aan zo’n vergadering de status toegekend van het geheel. Op mijn werk heb ik bijvoorbeeld ook wekelijkse vergaderingen waarbij veel verschillende mensen worden uitgenodigd om aanwezig te zijn, maar slechts een deel aanwezig is. Toch vertegenwoordigt het deel dan het geheel en worden er besluiten genomen. In de Tweede Kamer gebeurt iets soortgelijks. Een besluit wordt genomen ‘door de Tweede Kamer’, maar het gebeurt vrijwel nooit dat daarbij alle leden van de Tweede Kamer aanwezig zijn.

leden van het lichaam, niet van een organisatie
De ecclesia is het lichaam van Christus (Ef.1:22-23; Kol.1:18). Wanneer wij geloven, worden wij toegevoegd aan degenen die gered worden (Hand.2:47). We worden verzegeld met de heilige geest van de belofte (Ef.1:13) en in één geest tot in één lichaam gedoopt (1 Kor.12:13). Dat is een geestelijke zaak en daar komt geen water aan te pas, maar zeker ook geen inschrijving in een register of enige andere vorm van lidmaatschap. Daar waar zij, die behoren tot het lichaam, samenkomen rondom het Hoofd en Zijn woord, is dat de ecclesia. Als Paulus spreekt over een eccclesia in een specifieke plaats, is dat niet om onderscheid te maken, zoals men dat in het christendom doet tussen bijvoorbeeld de evangelische gemeente op de hoek en de pinkstergemeente op de andere hoek, maar slechts om aan te duiden waar deze ecclesia vergaderd werd. Hij spreekt dan ook niet over de ecclesia van, maar de ecclesia in Kenchreeën (Rom.16:1) en in Korinthe (1 Kor.1:2; 2 Kor.1:1). Alleen als Paulus een verzameling ecclesia’s in een bepaald gebied aanduidt, spreekt hij over de ecclesia’s van Galatië, Asia, enz. (1 Kor.16:1,19).

erenaam
Een organisatie wordt opgericht of gevestigd. De ecclesia wordt bijeengeroepen waar het woord verkondigd wordt en Christus het Hoofd is. In het christendom wordt in kerkelijke organisaties autoriteit toegekend aan menselijke woorden, zoals geschriften van kerkvaders (geloofsbelijdenissen) en statuten en is Christus blijkbaar niet het Hoofd.

Het is een erenaam dat de Schrift een vergadering of samenkomst van gelovigen aanduidt met de titel de ecclesia. Waar gelovigen samenkomen rondom het woord en zich onderschikken aan het Hoofd, daar is het lichaam van Christus aanwezig en is dat de ecclesia!

Zie ook deel 1