onze eigen samenkomst (3)

In de vorige blog over dit onderwerp, heb ik diverse keren verwezen naar Hebreeën 4, met name vers 16. Omdat de gedeelten uit Hebreeën 4 en 10 parallel lopen, heb ik ze onder elkaar afgedrukt, zodat we ze makkelijker kunnen vergelijken en de overeenkomsten kunnen zien en vervolgens wil ik die overeenkomsten benoemen.

Hebreeën 4
14 Hebbende dan, een grote hogepriester, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij de belijdenis vasthouden.
15 Want wij hebben geen hogepriester, die niet met onze zwakheden kan meevoelen, maar die beproefd is in alles, op gelijke wijze, los van zonde.
16 Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij ontferming in ontvangst nemen, en dat wij genade vinden tot goed gelegen komende hulp.

Hebreeën 10
19 Hebbende dan, broeders, vrijmoedigheid tot in de ingang van de heiligdommen, in het bloed van Jezus,
20 die Hij voor ons inwijdt, een pas geslachte en levende weg, door het gordijn, dat is zijn vlees,
21 en wij een grote priester hebben over het huis van God
22 laten wij naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van geloof, met harten, die besprenkeld zijn van een boos geweten, en met een lichaam, dat gebaad is in rein water.
23 Laten wij de belijdenis van de hoop onwankelbaar vasthouden, want Hij, die belooft, is trouw.
24 En laten wij aandachtig zijn op elkaar, tot aanscherping van liefde en goede werken,
25 niet nalatende onze eigen samenkomst, zoals de gewoonte van sommigen is, maar elkaar aanmoedigen, en dat zoveel te meer, naarmate jullie zien dat de dag nadert.

de blik omhoog
Beide gedeelten vangen hetzelfde aan: Hebbende dan (omdat wij hebben)…. en onze blik wordt omhoog gericht: hebbende dan, een grote hogepriester (4:14) en hebbende dan (10:19)… een grote priester (10:21): Jezus, de Zoon van God (4:14) en Jezus (10:19).

de belijdenis
Laten wij de belijdenis vasthouden (4:14) en laten wij de belijdenis van de hoop onwankelbaar vasthouden (10:23). Eerder heb ik er al op gewezen dat de Hebreeën, die geloofden in Jezus Christus als de Zoon van God, onder druk stonden van hun volksgenoten om afvallig te worden, Hem te verloochenen en openlijk te schande te maken (6:6). Daarom roept de schrijver op om vast te houden aan de belijdenis van Jezus, die opgewekt is en is gezeten aan Gods rechterhand. Het is een oproep tot (leven uit) geloof.

de hemelen doorgegaan
Die de hemelen doorgegaan is (4:14), is wat letterlijk gebeurd is toen God Hem tot die positie verhoogde en wat in Hebreeën 10 aan de hand van de beeldspraak van de tabernakel óók gezegd wordt. Vanaf 9:2 was de schrijver immers begonnen met uitleg over de tabernakel. De weg van de hogepriester door de vertrekken van de tabernakel is een uitbeelding van Christus, die de hemelen is doorgegaan (4:14). Dus staat er in Hebreeën 10: hebbende dan, broeders, vrijmoedigheid tot in de ingang van de heiligdommen, in het bloed van Jezus, die Hij voor ons inwijdt, een pas geslachte en levende weg (10:19-20). In 9:24 had hij al gezegd dat Christus niet in heiligdommen binnenkwam, die met handen zijn gemaakt (zoals de aardse hogepriesters), maar dat Hij is ingegaan in het ware heiligdom, de hemel zelf (vgl: 8:2).

ook Hij is beproefd
In Hebr.4:15 zien we dat Christus, hoewel Hij nu als de opgewekte en verhoogde Zoon de hoogste positie heeft ontvangen, het niet zo is dat Hij niet met onze zwakheden kan meevoelen (Grieks: sumpthesai = sympathiseren), maar die beproefd is in alles, op gelijke wijze, los van zonde. Één van de onderwerpen in de eerste hoofdstukken is namelijk dat wij zwak zijn en stervelingen zijn (2:15-16) en dat dit één van de redenen is dat hij eerst als mens moest komen om ook beproefd te worden (2:17-18, vgl: 5:8). Hij werd ons dus in alles gelijk, los van zonde (2:17), maar wel tot in de dood. In Hebreeën 10 wordt (ook weer) in symboliek melding gemaakt van Zijn dood: in het bloed van Jezus, die Hij voor ons inwijdt, een pas geslachte en levende weg, door het gordijn, dat is, zijn vlees (10:20). Zowel bloed als pas geslacht, spreken van Degene die stierf, maar nú leeft. En het gordijn (voorhangsel) is een uitbeelding van Zijn vlees, staat hier. Toen Jezus stierf aan het kruis, scheurde dan ook het voorhangsel van de tempel (Matth.26:17), wat o.a. uitbeeldt dat daarmee de weg naar de hemel geopend was.

de troon van de genade
Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade (4:16), komt overeen met: laten wij naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van geloof, met harten, die besprenkeld zijn van een boos geweten, en met een lichaam, dat gebaad is in rein water (10:22). In beide gedeelten wordt gesproken over vrijmoedigheid (4:16 en 10:19), omdat ons naderen tot Hem niet gebaseerd is op wie wij zijn, maar wie Hij is!

vrijmoedigheid
Maar het laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade (4:16) is ook gelijk aan wat we verder vinden in Hebreeën 10: laten wij de belijdenis van de hoop onwankelbaar vasthouden, want Hij, die belooft, is trouw (10:23). Het zijn oproepen om te leven uit geloof en het van Hem te verwachten.
De troon van de genade is een uitdrukking voor het verzoendeksel op de ark van het verbond. Daarop waren twee cherubs afgebeeld (o.a. Ex.25:18) en diverse keren vinden we in de Hebreeuwse bijbel dat God tussen de cherubs woont (Jes.37:16). Het is de plaats waar God woont en waar Hij de Zoon heeft geplaatst aan Zijn rechterhand.

niet nalaten
Ook parallel aan laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade (4:16), loopt: laten wij aandachtig zijn op elkaar, tot aanscherping van liefde en goede werken, niet nalatende onze eigen samenkomst (10:25). Wij laten onze eigen samenkomst niet na, of anders gezegd: wij laten het niet na te naderen tot de troon van de genade. We onderschikken ons aan Hem en stellen ons aan Hem beschikbaar in vertrouwen dat Hij doet wat Hij belooft. Daar treffen we elkaar en zien we op elkaar, tot aanscherping van liefde en goede werken. Dat kan tweeledig zijn. We kunnen anderen op Hem wijzen, of we zien het geloof van de ander en nemen ons dat tot voorbeeld.

onderzoek
Ik zou deze blog kunnen aanvullen met vele voorbeelden uit andere gedeelten van de Hebreeën brief, want het zijn telkens dezelfde waarheden die naar voren worden gebracht. De brief is een oproep tot geloof, en om te leven uit geloof. Om niet te zien op de zichtbare dingen, maar op de vervulling van daarvan, het onzienlijke (11:27).