Jona (3): de roeping van Israël

In een vorige blog zagen we dat de Schrift ons er op wijst dat Jona een type is van de Here Jezus en ook waarom. In deze blog zullen we zien dat Jona ook een uitbeelding is van de weg die God gaat met Zijn volk Israël. Er zijn vele van dit soort parallellen in het woord van God en in Gods handelen, waarbij een geschiedenis verschillende betekenissen heeft.

uitgekozen
Zo’n parallel vinden we ook in de geschiedenis van Jona. Zoals Jona door God werd uitverkoren en geroepen met een taak: Het woord van JAHWEH kwam tot Jona, de zoon van Amitthai, zeggende… (Jona 1:1), zo werd ook het Joodse volk een opdracht en functie toegewezen. Paulus zegt daarover:

Romeinen 3
2 (…) dat aan hen de woorden van God zijn toevertrouwd.

Israël was door God uitgekozen, zoals Jona door God uitgekozen was. Israël had een taak, zoals Jona ook een opdracht kreeg van God.

1 Petrus 2
9 Maar jullie zijn een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot verwerving, om wijd en zijd de deugden te berichten van Hem, die jullie uit de duisternis roept tot zijn wonderbaarlijk licht.

de deugden van Hem
Israël had als taak om, zoals er letterlijk staat: de deugden van Hem uit-te-boodschappen. Israël was Gods uitverkoren volk om het woord van God dat hen was toevertrouwd te delen met, en te onderwijzen aan, de volkeren. Maar Israël deed dit niet en was ongehoorzaam.

ongehoorzaam
Net als Israël, was Jona ook ongehoorzaam en ging hij niet naar het oosten, waar Ninevé lag, maar vertrok hij naar Tarsis, in het westen. Precies in de tegenovergestelde richting. Het oosten is waar de zon opkomt en wijst op de oorsprong. Jona verwijdert zich van de oorsprong, is God ongehoorzaam en vertrekt richting Tarsis, via de havenstad Jafo (in het nieuwe testament Joppe). Jafo betekent: mooi, schoon. Het woord is afgeleid van yaphah, dat in Hoogl.2:10 en 13 is vertaald met Mijn schone, en daar een aanduiding is voor Israël.

God beschikt
Het lijkt mis te gaan, maar net zoals bij de ongehoorzaamheid van Israël (Rom.11:32), gaat er ook bij Jona niets verkeerd. God heeft een plan en dat volvoert Hij. Vier keer lezen we in Jona dan ook dat God beschikt. God beschikte een grote vis (1:17), God beschikte een wonderboom (4:6), maar God beschikte ook een worm om die wonderboom weg te nemen (4:7) en God beschikte een oostenwind (4:8). Wat er ook gebeurt en mis lijkt te gaan, God heeft een doel en Hij vervult Zijn plannen. Dwars door alle menselijke ongehoorzaamheid en falen, werkt God Zijn bedoeling uit (Ef.1:1). Het boek Jona spreekt dan ook van de trouw van God. Gods trouw ten opzichte van Jona, de mannen in het schip en de mensen van Ninevé.

de zee
Door Jona’s ongehoorzaamheid komt hij terecht in de zee, een uitbeelding van de volkeren(zee) (Ps.2:1, Opb.17:15). Dit staat model voor hoe het Joodse volk, vanwege haar ongehoorzaamheid, verstrooid werd onder de natiën. In 2:2 lezen we dat Jona bidt vanuit het dodenrijk (Hebr: sheol). 

Israël in de dood en in het graf, is bij de profeten een bekend beeld van de verstrooiing van het volk onder de natiën (o.a. Ez.37:11-13). Het volk zou terechtkomen in de (volkeren)zee, als natie zou het zich in het graf bevinden en daar verblijven tot haar wedergeboorte. Wanneer Jona wordt uitgespuwd door de vis, op het land, is dit een beeld van de wedergeboorte (>het herstel) van Israël en de terugkeer naar het land.

Hosea 6
1 Kom, laten wij terugkeren naar JAHWEH, (…)
2 Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan en zullen wij voor Zijn aangezicht leven.

tweeduizend jaar
Het zou ons niet ontgaan dat twee dagen in dit geval spreekt van dagen van duizend jaar, zoals Petrus verklaart (2 Petr.3:8). Jona die op het droge (=het land) terecht komt, is een geweldig type van Israël dat na tweeduizend jaar zal worden levend gemaakt en zal terugkeren vanuit de volkerenzee naar het land.

Ninevé’s bekering
God spreekt voor de tweede keer tot Jona (3:1) en deze keer gaat hij wel naar Ninevé. Ninevé was de hoofdstad van Assyrië en is een uitbeelding van de volkerenwereld. Jona verkondigt aan Ninevé het woord van God, dat God de stad zal omkeren (3:4). De mensen in Ninevé geloven wat Jona vertelt en daarmee geloven zij God. Ninevé wordt omgekeerd, maar het is een andere omkering dan door Jona aangezegd (3:4). Ninevé bekeert zich (3:8,10).

alle natiën
Net als Jona, zal in de toekomst Israël alsnog haar opdracht van een priesterlijk volk vervullen en het evangelie verkondigen aan de volken (Matth.24:14). Satan zal gebonden worden voor duizend jaar, de Messias zal regeren op de troon van David en de natiën zullen geloven en onderworpen zijn aan God:

Psalm 22
28 Alle einden van de aarde zullen eraan denken en zich tot JAHWEH bekeren: alle geslachten van de natiën zullen zich voor Uw aangezicht neerbuigen.
29 Want het koningschap is van JAHWEH, Hij heerst over de natiën.

Jesaja 2
2 Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van JAHWEH vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle natiën ernaartoe zullen stromen.
3 Vele natiën zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van JAHWEH, naar het huis van de God van Jakob (…)

rust
Deze duizend jaar van rust, zal de zevende dag zijn van duizend jaar. De zeven dagen zoals we die in Genesis 1 vinden, zijn een uitdrukking van Gods plan met Zijn schepping. Zes dagen van werken en menselijke inspanning, gevolgd door de zevende dag van duizend jaar waarop de grote sabbatsrust aanbreekt. Eerst voor Israël en dan binnen één generatie (Matth.24:34) voor de hele wereld.

zevende dag
Ook deze zevende dag vinden we in Jona. Jona was immers drie dagen (en drie nachten) in de buik van de grote vis (1:17), daarna gaat hij naar Ninevé en dat is drie dagen reizen (3:3), de volgende dag trekt hij de stad binnen om daar zijn boodschap te prediken (3:4). Dat is dus op de zevende dag! Op die dag geloven de mensen van Ninevé in God (3:5). Zoals dat ook in de toekomst met de volkerenwereld zal gebeuren wanneer Israël haar taak zal vervullen en aan heel de schepping Gods woord zal verkondigen.

duif
Jona betekent duif. Eén van de bekendste eigenschappen van de duif is dat waar hij ook is, hij altijd terugkomt op de plek waar hij hoort. Zo is het ook met Israël dat nu al bijna tweeduizend jaar verstrooid is onder de volkeren. God zal het volk terug verzamelen naar het land.
Dat is één van de lessen van de profetie van Jona met betrekking tot Israël. Hoewel Jona bij de eerste roeping ongehoorzaam is aan God, vervult hij bij de tweede roeping zijn taak. Een uitbeelding hoe het met Israël ging en in de nabije toekomst zal gaan. Dan zal het volk alsnog haar taak als koninklijk priesterdom vervullen en aan de volkeren Zijn deugden berichten.

Maar wat gebeurt er tussen die twee roepingen en waar spreekt dát van? Daarover meer in een volgende blog.