Genesis 43:25-30 Jozef met ontferming bewogen

Uit wat we lezen in Genesis over Jozef en zijn broers, blijkt dat dit voor hun allen erg bewogen tijden waren en de emoties lopen hoog op. Dat staat er niet altijd bij, maar uit de woordkeuze blijkt wel dat de gebeurtenissen de broers erg aangrepen (42:4, 21-22, 36; 43:8-14). Ook in de volgende hoofdstukken zullen we dat zien. Van Jozef lazen we in 42:24 al dat hij zich afzondert om te wenen en ook als hij Benjamin ziet, wordt hem dat teveel.

Genesis 43
25 En zij maken het erkenningsgeschenk gereed voordat Jozef op het middaguur zou komen, want zij hadden gehoord, dat zij daar brood zouden eten.
26 En Jozef komt thuis, en zij brengen tot hem in het huis het erkenningsgeschenk dat in hun hand was, en zij buigen zich neer voor hem ter aarde.
27 En hij vraagt hen naar hun welzijn en hij zegt: Is het wel met jullie oude vader, over wie jullie gesproken hebben? Leeft hij nog?
28 En zij zeggen: Het is wel met jouw dienaar, onze vader; hij leeft nog. En zij buigen hun hoofd en zij buigen zich neer.
29 En hij heft zijn ogen op, en hij ziet zijn broer Benjamin, de zoon van zijn moeder, en hij zegt: Is dit jullie jongste broer, over wie jullie tot mij gesproken hebben? En hij zegt: God is jou genadig, mijn zoon.
30 En Jozef haast zich weg, want zijn ontferming wordt hevig opgewekt voor zijn broer, en hij zoekt gelegenheid om te wenen. En hij komt zijn eigen kamer binnen en hij weent daar.

met ontferming bewogen
Jozefs ontferming wordt hevig opgewekt door het zien van zijn broer Benjamin. Letterlijk staat er dat zijn ontferming vurig wordt voor zijn broer. Het doet denken aan een uitdrukking in het nieuwe testament waar we diverse keren vinden dat Jezus met ontferming bewogen wordt (o.a. Matth.9:36; Marc.8:2; Luk.7:13). Jezus is de enige van wie we dit lezen, naast de barmhartige Samaritaan, die net als Jozef een type is van Christus (Luk.10:33). En ook van de vader van de verloren zoon lezen we dit, die natuurlijk een illustratie is van God, de Vader (Luk.15:20).

Lo-ruchama en Lo-ammi
Het woord dat vertaald is met ontferming, is het Hebreeuwse woord ruchama. Dit begrip speelt een grote rol in het boek Hosea. Zo moet Hosea een hoer trouwen als uitbeelding van God, die met het volk Israël getrouwd is dat hoererij pleegt (1:2). De kinderen die uit dit huwelijk worden geboren heten Lo-Ruchama en Lo-Ammi. Lo-Ammi betekent: niet Mijn volk en Lo-Ruchama betekent: niet ontfermt. Deze namen staan model voor de huidige tijd waarin Israël niet Gods volk is en Hij zich niet over hen ontfermt. Maar dit is tijdelijk, want in Hosea vinden we ook het herstel van Israël:

Hosea 2
23 En Ik zal haar voor Mijzelf zaaien in het land, en Ik zal ontferming (ruchama) hebben met Lo-Ruchama, en Ik zal tot Lo-Ammi zeggen: Jij bent mijn volk. En hij zal zeggen: Mijn God!

Het huis van Jakob is onbekend met Jozefs positie en zij denken dat Jozef dood is. Maar Jozef zal zich binnenkort aan hen bekendmaken en zich over hen ontfermen. Later in de geschiedenis lezen we dat Jozef zijn familie een land geeft waar zij kunnen wonen en waar hij voor hen zorgt. Zo zal de Messias zich in de toekomst bekendmaken aan Israël, hen brengen in het land en zich over hen ontfermen!