Genesis 49:5-7 Simeon en Levi

Nadat Jakob uitspraken heeft gedaan over zijn oudste zoon Ruben, gaat hij naar volgorde van geboorte verder met Simeon en Levi. Opmerkelijk is dat zij als enigen samen worden aangesproken en niet individueel. Zij worden ook aangesproken als broeders, maar het zal duidelijk zijn dat alle twaalf zonen van Jakob broers van elkaar waren. Simeon en Levi waren zonen van Jakobs vrouw Lea, maar zij waren niet de enige zonen, want ook Ruben, Juda, Issaschar en Zebulon waren zonen van Lea (Gen.29:32-35; 30:17-20). Er was dus een bijzondere band tussen Simeon en Levi en daarom worden zij samen genoemd.

Genesis 49
5 Simeon en Levi zijn broeders; hun slagzwaarden zijn wapens van geweld.
6 Mijn ziel kome niet in hun beraadslaging. Mijn eer sluit zich niet aan bij hun vergadering. Want in hun boosheid hebben zij mannen gedood, en in hun welgevallen hebben zij runderen de pezen doorgesneden.
7 Vervloekt is hun boosheid, want die was sterk, en hun razernij, want die was halsstarrig. Ik zal hen verdelen onder Jakob en hen verstrooien in Israël.

Dina en de Sichemieten
Beide zonen worden hier nogal hard aangesproken door Jakob. Wij kennen uit Genesis 34 de geschiedenis met Dina en de Sichemieten. Dina was een dochter van Jakob en een zus van Simeon en Levi. Ene Sichem, zoon van Hemor, neemt Dina tot zich, ligt bij haar en onteert haar daarmee. Hij is verliefd op Dina en vraagt aan Jakob toestemming om Dina tot vrouw te nemen, zodat zij familie van het huis van Jakob worden. De zonen van Jakob zeggen dat dit alleen kan als alle mannen zich laten besnijden en dat gebeurt. Als de mannen daardoor verzwakt zijn, doodden Simeon en Levi hen allemaal.

verstrooid
Jakob voorzegt hier dat de stammen van Simeon en Levi verstrooid zouden worden onder Israël. Zo kreeg Simeon een erfdeel midden in het gebied van Juda en was helemaal omsloten door de stam van Juda. Van Levi weten we dat zij geen eigen gebied kregen, maar steden en weidegrond onder de andere stammen.

Simeon
De woorden die Jakob hier uitspreekt zijn hoe dan ook raadselachtig. Daar komt nog bij dat de commentaren aangeven dat hier nogal wat woorden worden gebruikt die alleen in dit gedeelte voorkomen en de precieze betekenis lastig te achterhalen is.
En hoewel de woorden van Jakob zeer negatief zijn, valt er daarnaast ook veel positiefs te zeggen en af te leiden uit de Schrift over Simeon en Levi. Simeon betekent: de horende, een uitbeelding van geloof. Het is niet voor niets dat we in het nieuwe testament een man tegenkomen die wordt genoemd: rechtvaardig en toegewijd (Luk.2:25) en dat deze man Simeon heet. Of wat dacht u van Sim(e)on Petrus (Hand.15:14; 2 Petr.1:1), die het gelovig deel van Israël vertegenwoordigt?

Levi
Levi betekent trouw. Levi was de stam die bij de aanbidding van het gouden kalf hun trouw aan YAHWEH bewezen (Ex.32:26) en daardoor de priesterlijke stam werden. Het hogepriesterschap ging naar Aäron en zijn zonen, ook zij waren uit de stam van Levi. De Levieten hebben dan ook een belangrijke rol met een mooie typologische betekenis in veel geschiedenissen die we vinden in het oude testament. Denk bijvoorbeeld aan de doortocht door de Jordaan (Jozua 3) en de inname van Jericho (Jozua 4). In beide geschiedenissen dragen de Levieten de ark van het verbond aan het hoofd van de stoet.