drie keer: hoop

In de Kolossenzen brief komen we drie maal het woord hoop tegen en alle drie de keren is dit in Kolossenzen 1. Hoop spreekt van verwachting met betrekking tot de toekomst: toekomstverwachting dus. De eerste keer dat we hoop tegenkomen is in 1:5. Paulus dankt God voor de Kolossenzen (:3), omdat hij gehoord had van hun geloof en hun liefde tot alle heiligen (:4).

Kolossenzen 1
5 vanwege de hoop, die voor jullie wordt weggelegd in de hemelen.

weggelegd
De hoop is weggelegd, in de zin van gereserveerd, in de hemelen. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat deze hoop iets is dat in de hemel voor ons bewaard wordt. Maar dat is niet het geval. Deze hoop is Iemand! Dat blijkt namelijk als we één van de twee andere teksten ernaast leggen.

de hoop van de heerlijkheid
Aan het einde van het hoofdstuk spreekt Paulus over het beheer dat God hem had gegeven (:25) om het geheim te onthullen dat aeonen en generaties lang verborgen was geweest, maar nu geopenbaard wordt aan de gelovigen (:26).

Kolossenzen 1
27 Aan hen wil God bekendmaken, wat de rijkdom van de heerlijkheid van dit geheim is onder de natiën: Christus onder jullie, de hoop van de heerlijkheid.

Christus onder de natiën
Het geheim dat Paulus bekendmaakte is: Christus onder (of: in) jullie, natiën. Dat betekent dat de gelovigen uit de natiën één zijn met Christus. Zij zijn één lichaam met Christus en delen in Zijn positie, beloften, toekomst, enz. En dat is wat Paulus hier beschrijft als de hoop van de heerlijkheid. Christus is nu verborgen en ons leven is, samen met Christus, verborgen in God (Kol.3:3). In de toekomst zal dit veranderen en dát is onze toekomstverwachting. Onze toekomstverwachting is gelijk aan die van Hem, omdat we één zijn met Hem. Dat is onze hoop!

Kolossenzen 3
4 Wanneer Christus geopenbaard wordt, die ons leven is, dán zullen ook jullie samen met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.

de hoop van het evangelie
De derde Schriftplaats waarin over hoop wordt gesproken, vertelt ons de bestemming van deze schepping en wat wij samen met Christus zullen doen in de toekomst. In vers 23 zegt Paulus: aangezien jullie zeker gefundeerd en gevestigd blijven in het geloof en niet afgebracht worden van de hoop van het evangelie. Paulus verwijst met de hoop van het evangelie terug naar vers 20.

Kolossenzen 1
20 en door Hem het alles te verzoenen, tot Hem (hetzij wat op de aarde is, hetzij wat in de hemelen is), vrede makend door het bloed van Zijn kruis.

de Christus
God verzoent door Zijn Zoon het al (het universum), vrede makend door het bloed van Zijn kruis. Dat heeft Hij gedaan. Maar let op! Het geheim dat Paulus in deze brief bekendmaakt, is dat de Christus niet alleen Christus Jezus betreft, maar ook allen die bij Hem horen, omdat ze één lichaam met Hem zijn. Wij, de gelovigen uit de natiën, behoren tot de Christus. En voor zover de onderschikking van het heelal aan God nog geen voldongen feit is, dan zijn wij ingesloten en betrokken bij het tot haar bestemming brengen van de schepping. Dát is de hoop van het evangelie, voor ons én voor de hele wereld!