het raadsel van de spiegel

In 1 Korinthe 13 doet Paulus een voor velen raadselachtige uitspraak over het kijken “door een spiegel, in een raadsel”. Het hoofdstuk is erg bekend, omdat het de lofzang op de liefde bevat. Toch staan er dingen in die nogal onbekend zijn, waaronder de uitspraak over de spiegel. Hier eerst het betreffende vers:

1 Korinthe 13
12 Want op dit moment kijken wij door middel van een spiegel, in een raadsel, maar dán van aangezicht tot aangezicht.

geestelijke gaven
Hoofdstuk 13 van deze brief staat centraal tussen twee hoofdstukken die gaan over de geestelijke gaven. In deze hoofdstukken geeft Paulus uitleg aan de Korinthiërs, die hoog opgaven over de geestelijke gaven en vertelt hen dat er een overtreffende weg is (12:31). Een weg die hoger en meer is dan de geestelijke gaven. De gaven hebben hun toepassing en nut, maar wie aandachtig deze hoofdstukken leest, zal tot de conclusie komen dat Paulus er alles aan doet om de betekenis van de in de ogen van de Korinthiërs zo belangrijke manifestaties, af te zwakken.

tijdelijk
De geestelijke gaven waarover deze hoofstukken spreken, hadden een tijdelijk karakter. We moeten ons voorstellen dat de ecclesia (=gemeente) in de beginjaren niet de Schriften hadden, zoals wij die nu hebben. Zij hadden de Tenach, ons oude testament. Door de apostelen werden nieuwe waarheden geopenbaard, maar die waren nog niet op schrift gesteld. Daarom gaf God gaven aan de gelovigen, zoals de gave van profetie, spreken in talen en de  gave van kennis. Maar deze gaven waren van voorbijgaande aard, er zou iets beters voor in de plaats komen.

8 De liefde vervalt nooit, maar profetieën: zij zullen teniet gedaan worden, talen: zij zullen ophouden, kennis: zij zal te niet gedaan worden.
9 Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele.

ten dele
De gaven van profetie, talen en kennis zouden teniet gedaan worden. De reden waarom dit zou gebeuren, staat in vers 9: de gaven waren ten dele. Het waren weliswaar gaven van Gods geest om de gelovigen toe te rusten en hen te geven wat ze nodig hadden, maar het openbaarde slechts ten dele. Het was: hier een profetie, daar een woord van kennis, of een woord in een vreemde taal, hier wat, daar wat. Slechts fragmentarisch werd het woord doorgeven, gedeelten van Gods complete openbaring, die daarna pas zou volgen.

kinderlijke fase en volwassenheid
Deze fase waarin stukjes van Gods woord werden geopenbaard door middel van geestelijke gaven, wordt in 1 Korinthe 13 vergeleken met de fase van een kind. Een kind is onmondig, nog niet volgroeid. Weliswaar een normale fase in het leven, maar het is niet normaal als het zo blijft. Een kind zou opgroeien tot volwassene en ook met de ecclesia zou dit zo gaan:

10 Maar wanneer de volwassenheid komt, dan zal dat, wat ten dele is, te niet gedaan worden.
11 Toen ik kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, rekende ik als een kind. Maar toen ik een man werd, heb ik de dingen, die van een kind waren, te niet gedaan.

volwassenheid
Het doel is volwassenheid. De weg er naartoe is de kinderlijke fase. Wanneer de kinderlijke fase voorbij is, zal dat wat slechts ten dele was, worden teniet gedaan. Dat is dan ook de reden van de beëindiging van deze geestelijke gaven. Ze hadden hun nut gehad, maar wanneer het volledige woord van God geopenbaard zou zijn, zouden ze hun nut verliezen. Dat wat ten dele was, zou teniet gedaan worden door het volmaakte. Het kind zou een volwassen man zijn geworden.

En dan volgt de uitspraak over de spiegel:

12 Want op dit moment kijken wij door middel van een spiegel, in een raadsel, maar dán van aangezicht tot aangezicht.
Op dit moment ken ik ten dele, maar dán zal ik herkennen, zoals ook ik word herkend.

op dit moment
Als Paulus spreekt over op dit moment, dan heeft hij het over de tijd waarin hij het schreef, ongeveer tweeduizend jaar geleden. Op dat moment kende men ten dele. De kinderlijke fase waarin de ecclesia zich bevond, wordt vergeleken met een spiegel. De spiegels uit die tijd waren niet te vergelijken met de spiegels die wij hebben. Het waren glad gepolijste, metalen spiegels waarin je slechts de contouren van een gezicht kon zien. Veel details waren niet waarneembaar. Het zien was ten dele.

van aangezicht tot aangezicht
Vaak wordt het zien “van aangezicht tot aangezicht” betrokken op het moment dat wij bij Christus zullen zijn en Hem zullen zien. Maar daar gaat het hier niet over. Paulus wijst op een tijd wanneer wat ten dele was, zou zijn afgerond. Het woord van God zou als geheel beschikbaar zijn. Paulus was degene die het woord van God zou completeren (Kol. 1:25). Het zien in een spiegel, onduidelijk en ten dele, wordt gezet tegenover het zien van aangezicht tot aangezicht. De spiegel is een beeld van de beginfase van de ecclesia met de geestelijke gaven. Het zien van aangezicht tot aangezicht is een uitbeelding van de tijd die zou komen en waarin men de beschikking zou hebben tot alle woorden van God.

Dat het zien van aangezicht tot aangezicht niet spreekt over onze toekomst bij de Heer, bevestigt ook het laatste vers van dit hoofdstuk:

13 En nú blijven: geloof, hoop, liefde – deze drie.
Maar de grootste van deze is de liefde.

nu blijven geloof, hoop en liefde
Let op! Nu blijven geloof, hoop en liefde. Wanneer wij Hem zien, verwisselen wij geloof voor aanschouwen (2 Kor.5:7) en is onze hoop vervuld (Rom.8:24). Paulus spreekt dan ook niet over onze toekomst, wanneer wij bij de Heer zullen zijn, maar spreekt over een tijd die hier voor de ecclesia op aarde nog zou volgen. En wij mogen leven in die tijd bij het heldere licht van het complete woord van God!