Paulus roemde in zijn zwakheden (2 Kor.12:5). Meestal scheppen mensen op over wat zij zoal kunnen, waar ze goed in zijn. Paulus wist dat er zaken waren waarover hij had kunnen opscheppen, maar juist opdat hij daar niet trots op zou zijn en erover zou opscheppen, gaf God hem een doorn voor het vlees (2 Kor.12:7).
Hierdoor wist Paulus dat hij zwak was. Maar dat was niet het enige. In 2 Kor.11:23-33 geeft hij een uitgebreid verslag van alles wat hem overkomen was tijdens zijn carrière als apostel: stokslagen, schipbreuk, gevangenissen, honger, dorst, enz. De meeste van deze zaken vinden we niet eens beschreven in het boek Handelingen. Paulus was vernederd en wist daardoor dat hij zwak was. Maar God had hem altijd gered uit al deze situaties, zodat het duidelijk was dat het werk dat Paulus deed en de boodschap die hij verkondigde niet uit hemzelf was, maar uit God.
Ben je zwak? Dat is geen belemmering voor God, want het is juist Zijn startpunt. Als onze eigen werken falen en wij erkennen dat, dan is ons plafond Zijn vloer. God kan dan Zijn kracht in u openbaren, zodat Hij de eer ontvangt.
2 Korinthe 12
9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid tot volmaaktheid gebracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus over mij komt.
10 Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
Filippenzen 4
13 Ik ben sterk in alles in Die mij vermogend maakt: Christus!