ongelijk span

In 2 Korinthe 6:14 raadt Paulus gelovigen aan geen ongelijk span te vormen met ongelovigen. Meestal wordt dit op het huwelijk betrokken en dat ligt ook zeker in het vers opgesloten. Maar dat is niet het enige en Paulus draagt ook in de toelichting op dit vers niet het huwelijk als voorbeeld aan.

2 Korinthe 6
14  Vormt geen ongelijk span met ongelovigen,  want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid, en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis?

partnerschap
Bij deze woorden denk je al gauw aan een huwelijk tussen iemand die gelooft en iemand die niet gelooft. Zeker ook omdat wat vertaald is met “wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid?”, letterlijk vertaald zou kunnen worden met “wat voor partnerschap heeft gerechtigheid met wetteloosheid?”.

Maar zo zijn er nog meer partnerschappen te bedenken, zoals een zakelijk samenwerkingsverband tussen een gelovige en iemand die niet gelooft. Je draagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid met een totaal verschillende levensbeschouwing of uitgangspunten. Het is als een kar die getrokken wordt door twee verschillende lastdieren, bijvoorbeeld een paard en een ezel, dat werkt niet. Zowel voor de gelovige als voor de ongelovige

Maar Paulus betrekt, als hij het verder toelicht, dit in een godsdienstige context.

2 Korinthe 6
16 Of welk verband is er tussen de tempel van God  en de afgoden?  Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn.

afzonderen
Het zijn woorden uit het oude testament die spreken over Israël (Ex.29:45, Lev26:11, Ez.37:26) en door Paulus op de ecclesia toegepast worden. Het advies van Paulus dat hij geeft, is niet om de verbinding te zoeken met religie. Hij raadt niet aan om naar overeenkomsten te zoeken en op basis van die overeenkomsten gemeenschap te hebben. Nee, integendeel, hij raadt aan om je daarvan af te scheiden. Wij zouden ook daarin geen partnerschap zoeken. Zoals ook in 2 Timotheüs 2 waar Paulus de godsdienstige gemeenschap vergelijkt met “een groot huis” waarin eervolle voorwerpen zijn en voorwerpen van oneer (vers 21). Wij zouden ons daarvan uitzuiveren door uit te gaan.

2 Korinthe 6
17  Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen.