Mattheüs 24:42 waak dan! (1)

Aan het einde van deze aeon, wanneer dit tijdperk wordt voleindigd en de toekomende aeon aanbreekt, zullen ongelovigen worden weggenomen en gelovigen zullen op aarde blijven en het Koninkrijk ingaan. Maar in tegenstelling tot de grote verdrukking, is onbekend hoe lang deze periode duurt en wanneer precies het einde van dit tijdperk zal zijn.

42 Waak dan, want jullie hebben niet waargenomen, welke dag jullie Heer komt.

waakzaam
Waak dan! is concluderend naar aanleiding van het voorgaande. Omdat niet bekend is wanneer precies de toekomende aeon aanbreekt, is hier de oproep tot waakzaamheid. Degene die waakt, staat vast in het geloof (1 Kor.16:13). Zij slapen niet, maar zijn wakker en leven bij het licht van het woord van God (1 Thess.5:6). Daarom laten zij zich niet in slaap sussen door wat ‘men’ zegt (1 Thess.5:3), maar zij zijn nuchter, verstandig (1 Petr.5:8), standvastig (Opb.3:2) en verduren. Eerder zagen we immers al dat met betrekking tot het einde van de aeon gezegd werd: Maar wie verduurt tot het einde, die zal gered worden (:13).

aanwezigheid en komst
In de parousia (>aanwezigheid) van de Zoon van de mens, zal het zijn als in de dagen van Noach. De Heer is aanwezig bij Zijn volk in de woestijn in Bozra, waar Israël is verzameld en Hij is hun Koning. Het einde van de aeon is nabij, maar men zal zich hier over het algemeen niet bewust van zijn. Totdat de Heer komt en dan zullen de ongelovigen geoordeeld worden.  

de troon van Zijn heerlijkheid
Het woord dat in vers 42 vertaald is met komt (erchomai,), is een ander woord dan parousia, dat in de gangbare vertalingen ook vertaald wordt met (toe)komst, maar letterlijk spreekt van Zijn aanwezigheid. Zijn komst gaat hier over het moment dat de Heer zal gaan zitten op de troon van Zijn heerlijkheid (Matth.25:30). Dan zal Hij Zijn koningschap vestigen over heel de aarde en zal Hij de volkeren oordelen (Matth.25:31).

43 Maar weet dit: Indien de huiseigenaar had geweten, in welke nachtwake de dief zou komen, zou hij waken, en nooit toelaten dat zijn woonhuis doorgraven zou worden.

Jezus vergelijkt Zijn komst met het komen van een dief. Indien de huiseigenaar had geweten, in welke nachtwake de dief zou komen, zou hij gewaakt hebben. Blijkbaar is deze huiseigenaar niet waakzaam (:42) en weet hij het niet. Als hij het had geweten, had hij zich niet laten overvallen. Maar het idee is dat hij het wel had kunnen weten.

het boek Daniël verzegeld tot de eindtijd
Men kan in die tijd weten dat het einde van de aeon nabij is. Niet op de dag en uur nauwkeurig (:36, 42, 44), maar wel dat men leeft in het tijdvak dat het gaat gebeuren.

In Daniël staat dat het boek toegesloten is en verzegeld tot de tijd van het einde (Dan.12:4,9). In de tijd van het einde zullen er verstandigen (>Hebreeuws: maskilim) zijn en zij zullen het boek Daniël verstaan (Dan.12:10). Velen zullen onderzoek doen en de kennis zal vermeerderen (Dan.12:4). Zou dit ook zo zijn met betrekking tot het einde van de aeon? Nu weet men de dag en uur niet, maar dan wordt wellicht het tijdstip wel duidelijk.

dief
Net als in Mattheüs 24:43 vinden we met betrekking tot de komst van de Heer vaker een vergelijking met een dief. Als Paulus spreekt over de tijden en gelegenheden van de wegrukking (1 Thess.4:13-1 Thess.5:1), zegt hij:

2 want jullie weten zelf nauwkeurig, dat de dag van de Heer zó komt, als een dief in de nacht.
3 Want wanneer ook maar zij zullen zeggen: vrede en zekerheid, dan onverwachts, is totale ineenstorting aanstaande, net zoals een barenswee over een zwangere vrouw, en zij zullen absoluut niet ontsnappen.
4 Maar jullie, broeders, zijn niet in duisternis, opdat de dag jullie als een dief grijpen zou…

voor wie als een dief?
Voor degenen die in duisternis leven, komt de Heer als een dief in de nacht. Voor degenen die waakzaam zijn echter niet. Hen zal die dag niet overvallen, omdat zij leven bij het licht van het woord en waakzaam zijn (1 Thess.5:3-6).

overeenkomsten en verschillen
Hoewel de wegrukking een gebeurtenis is, die enkele jaren plaatsvindt vóór de tijd die in Mattheüs 24:42-44 wordt beschreven, is het principe hetzelfde. Van de beschreven vrede en zekerheid weten wij ook niet hoe lang die duurt, maar als het zover is, weten we dat het moment van de wegrukking aanstaande is.

Zo is het ook met betrekking tot het einde van de aeon. Hoewel niemand die dag en uur weet (Matth.24:36), kan men door de gebeurtenissen weten, dat het moment aanstaande is. Na het herstel van Israël zou immers binnen een generatie de zomer aanbreken (Matth.24:32-34), de aanvang van de toekomende aeon.

In beide gevallen komt de Heer voor de ongelovigen, die slapen en niet waakzaam zijn, als een dief, onverwachts. Voor allebei geldt ook, dat voor de gelovigen, die dag niet als een dief komt. Zij zijn waakzaam en zonen van het licht.

In beide gevallen komt de Heer ook om iets weg te nemen, net als een dief. Hij neemt het weg uit een huis dat door een ander geregeerd wordt. De god van deze aeon (2 Kor.4:4) regeert in deze tegenwoordige boze aeon (Gal.1:4). Het verschil is, dat de Heer bij de wegrukking, in tegenstelling tot een dief, wegneemt wat Hem toebehoort. Aan het einde van de aeon, neemt hij de ongelovigen weg.