waar is Jozef?

Iedereen die de evangeliën leest, zal opmerken dat we nauwelijks iets beschreven vinden over de jonge jaren van Jezus. Rond Zijn geboorte vinden we wat gebeurtenissen opgetekend en in Lukas 2 vinden we de geschiedenis van de twaalfjarige Jezus in de tempel. Tot aan zijn openbare optreden, rond Zijn dertigste levensjaar, vermelden de evangeliën verder niets over Zijn leven. Opmerkelijk is dat we na Lukas 2 de wettige vader van Jezus (zie Luk.3:23), Jozef, niet meer tegenkomen. Hij wordt daarna  alleen nog genoemd als vader van Jezus (Matth.13:55, Joh.6:42), maar komt in de geschiedschrijving niet meer voor.

Jozef, zoon van David
Eerder deze week schreef ik een blog over de geslachtsregisters van Jezus. In Mattheüs 1 vinden we een lijst met erfgenamen van de troon van David. Jozef was uit het huis en de familie van David (Luk.1:27) en was de troonpretendent. Hij was dus van koninklijke bloede en had als zoon (dat is: erfgenaam) van David (Matth.1:16, 20) de hoogste rechten op de troon. De troon van David was echter al enkele eeuwen vacant en op dat moment heersten de Romeinen in Judea.

Jezus, Zoon van David
Later in de evangeliën vinden we een aantal keren dat Jezus genoemd wordt de Zoon van David (o.a. Matth.15:22, 21:9). Blijkbaar was Jezus toen de eerste en wettige Zoon van David, dus moet Jozef zijn overleden vóór dat moment. Jozef moet ook geweten hebben dat het zo zou lopen. Als zijn zoon, de Messias zou zijn, dé Zoon van David, dan zou Hij deze Zoon pas worden nadat Jozef zelf overleden was. Wellicht dat het overlijden van Jozef de aanleiding is geweest voor de start van het openbare optreden van Jezus. We weten het niet, want de Schrift zwijgt erover.

Andere Jozeffen
Als we een persoon in de bijbel bestuderen, is het goed om te kijken waar hij, of anderen met dezelfde naam, nog vaker voorkomen. Omdat namen in de Schrift een betekenis hebben, spelen personen met dezelfde naam vaak dezelfde rol en vervullen een zelfde betekenis. Jozef betekent: JAHWEH voegt toe.

In de Schrift zien we vaak dat als een Jozef nog maar nauwelijks op het toneel verschenen is, hij alweer verdwijnt. De bekendste is de Jozef uit Genesis. Hij maakt na zijn geboorte in Gen.30:24 zijn opwachting als zoon van Jakob in Genesis 37 en verdwijnt meteen naar Egypte. Al deze Jozeffen zijn een type van de Here Jezus in Zijn eerste komst, die werd vernederd en stierf. Maar ook de opstanding en verhoging van Christus vinden we bij vrijwel alle Jozeffen terug. Een aantal voorbeelden:

  • Jozef werd gegooid in de put, verkocht naar Egypte en doodgewaand door zijn familie (Genesis 37t/m 44). Buiten het land krijgt hij de hoogste postitie en wordt Safenath-Paneach (Gen.41:45) Dat betekent: de redder van de wereld.
  • Jozef van Arimathea verzoekt Pilatus om het lichaam van Jezus en begraaft het in Zijn eigen graf (Matth.27:57-60). Deze Jozef van Arimathea vereenzelvigt Zich door deze daad met de dode Jezus. En hij is hier dan ook een beeld van Jezus van Nazareth. Op de derde dag staat Christus op uit het graf van Jozef van Arimathea.
  • In Handelingen 1 vinden we beschreven dat door de discipelen het lot geworpen wordt om de vervanger van Judas aan te stellen. Twee personen komen ervoor in aanmerking: ene Jozef (die nog een tweetal andere namen draagt) en Matthias. Matthias betekent: gift van Jahweh. Matthias wordt verkozen boven Jozef. De gift van Jahweh wordt gekozen, boven Jozef. “want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.”
  • Voordat Paulus op het toneel verschijnt in Handelingen, vinden we een andere man: Joses (de Griekse vorm van Jozef), bijgenaamd Barnabas (Hand.4:36). Hij introduceert Paulus bij de andere apostelen (Hand.9:27) en wordt de naaste medewerker van Paulus (Hand.15;2, Gal.2:1,9). Maar na Handelingen 15 vernemen we niets meer van Hem. Deze Joses (Barnabas) verdwijnt sinds de komst van Paulus steeds verder naar de achtergrond.

Al deze Jozeffen zijn een schitterend type van Jezus van Nazareth, Hij die zou sterven. Door Hem op te wekken, zou JAHWEH toevoegen: Christus Jezus, de Opgestane! Jozeffen verdwijnen en wijzen ons vooruit naar hogere zaken: Christus en zij die één zijn met Hem, het lichaam van Christus.