het geheimenis onthuld: het woord gecompleteerd

Paulus was degene die het woord van God compleet maakte. Dat wil zeggen: hij ontving de laatste openbaringen, stelde dit op schrift en bracht alle Schriften bij elkaar. Door samen met anderen, zoals Petrus, deze Geschriften bij elkaar te brengen en ze te ordenen, stelden zij de canon samen die wij de bijbel noemen. Meer over dit laatste in dit artikel.

God had Paulus de taak gegeven om aan te vullen wat nog aan het woord ontbrak. Hij completeerde het woord van God. Zo zegt Paulus dit ook in de brief aan de Kolossenzen.

Kolossenzen 1
25 Van haar werd ík dienaar in overeenstemming met het beheer van God dat mij gegeven is voor jullie om het woord van God compleet te maken,
26 het geheimenis dat verborgen was van de aonen en van de generaties, maar dat nu openbaar gemaakt werd aan Zijn heiligen.

tot volheid brengen
Het woord dat hier in Kol.1:25 vertaald is met compleet maken is het Griekse plerosai. In de Statenvertaling is het vertaald met vervullen. Het is exact hetzelfde woord dat in de Schrift gebruikt wordt voor het vervullen van profetieën (Matth.1:22, Hand.1:16).
Profetieën hebben een voorzegging en worden vervuld, dat wil zeggen: ze worden voleindigd doordat wat van tevoren voorzegd was, ook daadwerkelijk uitkomt en hiermee vervuld wordt.

Zo is het ook met het geheimenis dat Paulus openbaarde. Het was verborgen vanaf de aeonen en vanaf de generaties. Verborgen in de Schriften van de Tenach, ons oude testament. Het geheimenis dat Paulus openbaarde was wel voorzegd, namelijk in typen, beelden en schaduwen, maar nog niet geopenbaard. Nu God, door de apostel Paulus, dit geheimenis bekendgemaakt heeft, is het woord gecompleteerd en ont-dekken wij datgene wat voorheen verborgen was.

Paulus onthult
En ook daar gaat Paulus ons in voor. Bijvoorbeeld in Efeze 4 waar hij laat zien dat al in Psalm 68 verborgen ligt dat in de ecclesia, het lichaam van Christus, gaven aan de leden gegeven zouden worden (Ef.4:8).
Of in Efeze 5 waarin hij uitlegt dat de eenheid van man en vrouw, zoals beschreven in Genesis 2 in de geschiedenis van Adam en Eva, een verborgenheid is die spreekt over Christus en de ecclesia.

Mattheüs 13
52 (…) Daarom zal iedere schriftgeleerde, die onderwezen is, in het koninkrijk van de hemelen [namelijk in de verborgenheden van het koninkrijk, zie vers 11] zijn als een mens, een huiseigenaar, die uit zijn schat nieuwe en oude dingen haalt.