Ruth gaat met Naomi mee naar haar land en haar volk. Ze keren terug naar Bethlehem, een kleine stad, maar vol betekenis, zoals we al hebben gezien. David werd er geboren (1 Samuël 16), en ook al was het een klein en onbelangrijk stadje, volgens de Hebreeuwse profeten zou dáár de Messias worden geboren (Micha 5:1). In het verhaal van Ruth, is het de plaats waar Ruth haar man, Boaz, ontmoet.
Ruth 1
18 En zij zag dat zij vastbesloten was om met haar mee te gaan en zij zag er van af tot haar te spreken.
19 En zij gingen beiden, tot zij kwamen bij Bethlehem. En het gebeurde als zij Bethlehem binnenkwamen, dat heel de stad in opschudding was. En zij zeiden: Is dit Naomi?
20 En zij zei tot hen: Noem mij niet Naomi, maar noem mij Mara, want de Almachtige maakte mij uitermate bitter.
21 Ik was vol toen ik ging en JAHWEH deed mij leeg terugkeren. Waarom zouden jullie mij Naomi noemen, als JAHWEH mij vernederde en de Almachtige mij kwaad heeft aangedaan?
Mara
Naomi wordt herkend door de inwoners van Bethlehem. Naomi betekent: aangenaam, liefelijk. Maar zo wil Naomi niet meer genoemd worden, dus zegt zij, noem mij Mara, dat betekent: bitter(heid). Bitterheid heeft in de Schrift met het oude verbond te maken: de slavernij onder de wet. Zo moest Israël in Egypte slavenwerk verrichten als uitbeelding van de slavernij onder de wet.
Exodus 1
13 En de Egyptenaren lieten de Israëlieten in hardheid dienen.
14 En zij maakten het leven bitter voor hen door harde dienst met leem en bakstenen, en door allerlei dienst op het veld: al hun werk, waarmee zij hen moesten dienen, in hardheid.
bitter wordt zoet
In Exodus 15:22-27 vinden we een geschiedenis van Israël in de woestijn, waarbij het volk al een tijd geen water had gedronken. Zij komen aan in Mara, maar daar kunnen zij het water niet drinken, omdat het bitter is. God wijst Mozes op een stuk hout en Mozes gooit dat in het water, waarna het water zoet en drinkbaar wordt.
de derde dag
Deze geschiedenis vindt plaats op de derde dag (:22) en is een uitbeelding van Israël dat leeft onder de wet, in bitterheid. Op de derde dag zal het worden opgericht en leven (Hos.6:1-2) en van Petrus weten we dat we moeten rekenen in dagen van duizend jaren (2 Petr.3:8). Het is een uitbeelding van Israël dat in de toekomst, na 2000 jaar, onder het nieuwe verbond zal drinken van het levende water, het woord van God.
zonder man
Naomi en Ruth die terugkeren naar het land, zijn een uitbeelding van het Joodse volk, inclusief Jodengenoten, uit onze dagen, die vanuit de verstrooiing teruggaan naar het land. Zij kennen de Messias niet, die het einde en de vervulling van de wet is (Matth.5:17; Rom.10:4). Het Joodse volk heeft in de diaspora veel verdriet en beproeving gekend. Naomi keert verbitterd terug naar het land. Na tweeduizend jaar van strijd en pijn, nog altijd zonder Bruidegom en Verlosser. Maar dat duurt niet lang meer!