Ruth gaat aren lezen. Zij weet op dat moment blijkbaar nog niet op wiens akker zij terecht komt, maar maakt aan Naomi wel kenbaar dat ze genade nodig hebben. Ze zijn berooid teruggekeerd naar het land en aangewezen op de gunst van anderen. Zo zal Israël in de toekomst ook tot het besef komen, dat zij afhankelijk zijn van hun Losser.
Ruth 2
3 En zij ging en zij kwam en zij raapte in het veld achter de oogstwerkers. En bij geval kwam zij op een stuk van het veld van Boaz, die van de familie van Elimelech was.
bij geval
Bij geval, dat is toevallig, komt Ruth op het veld van Boaz. “Toeval bestaat niet”, zegt men wel eens, maar in de Schrift komen we het diverse keren tegen (2 Sam.1:6; 20:1; Luk.10:31). Niet omdat dingen zomaar gebeuren, maar omdat God het doet toevallen. God leidt en plaatst gebeurtenissen op een bijzondere manier.
Saul
Saul is zijn ezels kwijt en gaat naar ze op zoek, waardoor hij toevallig Samuël ontmoet, die hem tot koning zalft over Israël (1 Samuël 9). Maar God had een dag ervoor al tegen Samuël gezegd dat Hij die dag erna een man uit de stam van Benjamin zou treffen, die hij tot koning moest zalven (:15-16).
Jozef
Jozefs broers hadden hem in een put geworpen met het plan hem te doden. Toevallig kwam er een karavaan voorbij, waaraan zij hem verkochten, zodat hij in Egypte terecht kwam. Daar kwam hij door allerlei schijnbaar willekeurige gebeurtenissen in de gevangenis terecht, waar op dat moment toevallig ook de schenker en bakker van Farao zaten. Zij hadden beiden gedroomd en Jozef legt hun dromen uit. Als Farao later droomt en niemand de droom kan uitleggen, herinnert de schenker zich Jozef en dat zet een aantal ontwikkelingen in gang waardoor Jozef uiteindelijk onderkoning wordt en tijdens een hongersnood de redder van zijn familie wordt.
Natuurlijk zouden we hier nog vele voorbeelden van kunnen noemen. Wat toevallige gebeurtenissen lijken, wordt in werkelijkheid door God geleid volgens Zijn wil en plan.