Satan (3): zijn oorsprong

In de vorige blog heb ik al kort iets gezegd over de oorsprong van satan. In vergelijking met andere onderwerpen is de Schrift wellicht summier in de beschrijving hiervan. Toch vinden we door heel de bijbel genoeg informatie en aanwijzingen. Natuurlijk is het onderwerp van de Schrift Christus en niet satan. Dat zal ongetwijfeld de reden zijn dat we het met zo weinig informatie moeten doen. Toch gaat Paulus ervan uit dat satans gedachten ons niet onbekend zijn (2 Kor.2:11), maar daarvoor hoef je niet veel over hem te weten.

vanaf het begin
In het Johannes evangelie, in Joh.8:44, wordt gezegd dat hij een mensenmoordenaar is vanaf het begin en dat hij niet in de waarheid staat. De satan is dan ook de vader van de leugen. Dat wil zeggen: hij brengt de leugen voort en is er de oorsprong van. Ook in zijn eerste brief zegt Johannes iets soortgelijks over de oorsprong van satan:

1 Johannes 3
8 maar degene, die de zonde doet, die is uit de duivel, want de duivel zondigt vanaf het begin.

het kwaad
De duivel zondigt vanaf het begin, vanaf zijn oorsprong is hij een doelmisser. Het is dus niet waar dat hij eerst een goed geschapen engel is geweest, die in zonde is gevallen. Hij is vanaf het begin een duivel, een doorheen-werper (diabolos) en een tegenstander (satan). Hij is dat, omdat God hem zo gemaakt heeft. Er is één God en Hij is de oorsprong van alles:

Jesaja 45
5 Ik ben JAHWEH en niemand anders, buiten Mij is er geen God. Ik zal u omgorden, hoewel u Mij niet kende,
6 opdat men zal weten, vanwaar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niets is. Ik ben JAHWEH, en niemand anders.
7 Ik formeer het licht en schep de duisternis, Ik maak de vrede en schep het kwaad, Ik, JAHWEH, doe al deze dingen.

Duidelijker kan het niet. Hier laat God bij monde van Jesaja aan een heidense koning Cores weten wie Hij is. Buiten JAHWEH is er geen God en Hij doet alle dingen. Hij is ook de schepper van het kwaad. Kwaad is een abstracter begrip dan satan, want hij is de personificatie van het kwaad, maar het idee is hetzelfde. Satan en het kwaad hebben hun oorsprong in God. Het is niet de enige Schriftplaats waar deze dingen zo helder worden onderwezen.

Job
In het boek Job vinden we hoe satan tot God nadert en tegen God zegt dat Job Hem alleen maar trouw is, omdat hij zoveel heeft en God hem beschermd. God geeft satan dan de ruimte om Job alles af te pakken en in tweede instantie om ook Job zelf aan te tasten, maar zijn leven mocht satan niet nemen. In dit relaas, dat je vindt in Job 1 en 2, komt wel heel duidelijk naar voren dat satan weliswaar macht heeft, maar alleen binnen de speelruimte die God hem geeft. Nadat Job allerlei leed is overkomen, zegt zijn vrouw tegen hem dat hij God vaarwel zou moeten zeggen. Jobs antwoord is veelzeggend:

Job 2
10 Maar hij zei tegen haar: Je spreekt zoals één van de dwaze vrouwen spreekt. Zouden wij het goede wel van God ontvangen en zouden we het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet.

Het is helder dat Job ervan uitging dat niet alleen het goede uit God is, maar dat we ook het kwaad van God ontvangen. Om dit te onderstrepen staat erachter dat Job niet zondigde toen hij deze woorden sprak. Ook de profeten getuigen hiervan:

Amos 3
6 Of wordt in een stad de bazuin geblazen zonder dat het volk beeft? Of komt er kwaad in de stad voor zonder dat JAHWEH dat doet?

 

Klaagliederen 3
38 Komt niet uit de mond van de Allerhoogste voort het kwade en het goede?

 

Jesaja 54
7 Voor een klein ogenblik heb Ik u verlaten, maar in grote barmhartigheid zal Ik u bijeenbrengen.
8 In een stortvloed van grote toorn heb Ik voor u Mijn aangezicht een ogenblik verborgen,
maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij over u ontfermen, zegt JAHWEH, uw Verlosser.
(…)
16 Zie, Ík heb de smid geschapen, die het kolenvuur aanblaast en wapentuig vervaardigt, geschikt voor zijn doel; en Ík heb de verwoester geschapen om te gronde te richten.

alles
God is de schepper van satan en Hij is ook de schepper van kwaad. God werkt alles naar de raad van Zijn wil (Ef.1:11). Satan en het kwaad vervullen een rol in Zijn plannen. God wist bij de creatie van satan dat dit veel ellende zou voortbrengen, maar het was noodzakelijk kwaad om Zijn doel te bereiken. Over de schepping van satan staat dan ook:

Job 26
13 Door zijn geest werd de hemel bekoorlijk, Zijn hand heeft barensweeën met de wegvluchtende slang.

 

Genesis 3
1 De slang nu was de listigste onder alle dieren van het veld, die JAHWEH God gemaakt had.

tegenstellingen
Om de slang voor te brengen leed God barensweeën. Het deed Hem menselijkerwijs gesproken pijn dat Hij deze tegenstander voortbracht. Hij wist wat satan teweeg zou brengen. Toch maakte Hij hem. Waarom? Daarover meer in een volgende blog.