in (het) begin schiep God de hemelen en de aarde (1)

Dat Genesis een bijzonder boek is, behoeft nauwelijks uitleg. Als we het lezen, brengt het ons naar een oertijd, waar we ons amper een voorstelling van kunnen maken. Denk aan de gebeurtenissen in de hof van Eden, waar we het begin van de mensheid vinden: slechts twee mensen en de slang (Genesis 3). Maar ook de zondvloed (Genesis 7-8) en de aanleiding daartoe met de zonen van God (Genesis 6), doet een groot beroep op ons voorstellingsvermogen. De schrijfstijl van het boek is simpel en beknopt en daardoor ook wat geheimzinnig. Er zijn heel wat vragen op te werpen, die in Genesis niet beantwoord worden.

een eenvoudig verslag
Genesis is simpelweg een verslag van het begin van de schepping en van de wereld van de begintijd (2 Petr.2:5), zoals de periode voor de zondvloed wordt genoemd, en de tijd daarna. God spreekt en doet via de schrijvers verslag van Zijn werken en dit gaat voorbij aan alle mitsen en maren van mensen. Treffend is dan ook de aanvang van Genesis en daarmee het begin van de hele Schrift.

Genesis 1
1 In (het) begin schiep God de hemelen en de aarde.

God!
Wat verhelderend is deze eenvoudige verklaring! God schiep hemelen en aarde! Dit staat in contrast met zo ongeveer elke “moderne” levensbeschouwing. Er is één God en Hij is de Schepper. De Schrift verdedigt zich niet tegen filosofieën als de evolutietheorie, atheïsme, polytheïsme, boeddhisme, enz. maar gaat er volledig aan voorbij en veegt met deze ene mededeling alle menselijke leerstelsels van tafel.

elementair
Het Hebreeuwse woord voor God is Elohim en dat is een taalkundig meervoud, maar het spreekt van één Iemand, want er staat vervolgens dat God schiep (enkelvoud). Er is één God (Deut.6:4; Marc.12:29; 1 Kor.8:6) en Hij is de Schepper en Bedenker van alles (Jes.45:6-7; Ef.3:9). De Schrift begint dan ook met deze fundamentele mededeling die werkelijk vaste grond is om op te staan. Dit grootse begin bepaalt ons ook bij de gegarandeerde goede afloop van alles. Hij laat niet varen de werken van Zijn handen (Ps.138:8).

Jesaja 46
10 Ik, die vanaf het begin de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal alles wat ik verlang doen.