Richteren 14:19-20 Simson trekt zich terug in het huis van zijn vader

In het slot van deze episode van het mislukte huwelijk van Simson vinden we voor de derde keer dat de geest van JAHWEH voorspoedig werd over Simson (13:25; 14:6). Wat hij hier doet, is geleid door God. Simson werd geïnspireerd.

Richteren 14
19 En de geest van JAHWEH was voorspoedig over hem en hij daalde af naar Askelon en hij sloeg van hen dertig mannen neer. En hij nam hun bovenkleding en hij geeft de wisselklederen aan hen die het raadsel vertelden. En zijn boosheid was ontbrand. En hij ging op naar het huis van zijn vader.
20 En Simsons vrouw werd van zijn naaste, die zijn partner was.

verplaatsing van heerlijkheid
Simson had zich een vrouw uitgezocht, maar deze vrouw was ontrouw aan hem. Het huwelijk gaat niet door en Simson lost zijn schuld in door de dertig wisselklederen van dertig inwoners van Askelon te nemen en ze aan de dertig metgezellen te geven.
Kleding spreekt van heerlijkheid en positie. Zoals Jozef nieuwe kleding kreeg toen hij verhoogd werd aan het hof van Farao (Gen.41:42). Of Elia die aan zijn opvolger Elisa zijn mantel gaf (1 Kon.19:19).

verwisseling
Simson gaat naar de onbesneden Filistijnen (1 Sam.17:26), die een uitbeelding zijn van het volk Israël dat onbesneden was van hart (Deut.10:16). Hij neemt hun wisselklederen en geeft die aan de dertig metgezellen. Het is een uitbeelding van hoe de positie en heerlijkheid van Israël werden afgenomen en aan een ander volk werden gegeven (Matth.21:43). Het kwam terecht bij de gelovigen onder de natiën, de ecclesia. De betekenis van de plaatsnaam Askelon onderschrijft dit, want dat betekent: verhuizing, migratie.

opgaan
Na het mislukte huwelijk ging Simson op naar het huis van zijn vader. Eerder daalde hij af (14:1) naar Timnah. De Heer daalde af tot Zijn volk, maar toen zij ontrouw bleken te zijn, ging Hij op naar het huis van Zijn Vader (Joh.14:2). Dit woord opgaan wordt elders ook vertaald met offeren (Gen.22:13; Ex.40:29). Zoals een offerdier na de slachting werd verhoogd op het altaar en opsteeg tot een liefelijke reuk voor JAHWEH, zo ging Simson op naar het huis van zijn vader. En nadat Israël de Heer had overgeleverd en gedood, stond Hij op en ging Hij op naar de hemel.