sittimhout

Naar aanleiding van de GoedBericht conferentie waar ik sprak over de diverse voorwerpen in de tempel en tabernakel, kreeg ik van iemand een vraag. In deze studie liet ik zien dat de meeste voorwerpen die ik besprak, gemaakt waren van sittimhout, overtrokken met koper of goud. Het brandofferaltaar was van sittimhout overtrokken met koper. De tafel van de toonbroden, het reukofferaltaar en de ark van het verbond waren gemaakt van sittimhout, overtrokken met goud. Alleen het koperen wasvat was van puur koper en de kandelaar van puur goud.

onvergankelijkheid
In mijn toespraak vertelde ik kort dat sittimhout te maken heeft met vergankelijkheid. Het groeit uit de aarde en heeft een aardse oorsprong. Door het te overtrekken met koper of goud, wordt dood en opstanding uitgebeeld. Of anders gezegd: vergankelijkheid ontvangt onvergankelijkheid (1 Kor.15:53). Koper en goud lijken erg op elkaar. De betekenis van koper heeft met redding en verzoening te maken (zie Num.21:8-9 en Joh.3:14). Goud spreekt van koningschap en onvergankelijkheid. Goud roest niet en is niet aan verderf onderhevig.

acaciahout?
Maar wat is dan de betekenis van sittimhout? Of ik daar iets meer over kan vertellen. We vinden sittimhout o.a. in Ex.25:10 en 23, Ex.27:1 en Ex.30:1 waar de onderdelen van de tabernakel gemaakt worden. Omdat men niet weet wat sittimhout is, heeft men in de meeste vertalingen gekozen voor accaciahout. De achterliggende gedachte is dat de accacia zo’n beetje de enige boom is die in de woestijn groeit. Het zal dan ook best zo zijn dat dit hetzelfde is, maar er staat geschreven dat het om sittimhout gaat en dat is niet voor niets.

afgeweken
Acaciahout is keihard en de acacia staat erom bekend dat het veel en grote doornen heeft. Het is een uitbeelding van de mens. Hard en niet ontvankelijk voor het woord van God. Doornen zijn een beeld van de zonde (Gen.3:18). Het is Gods werk van verzoening en redding dat een mens veranderd wordt. In het beeld van de tabernakel: overtrokken wordt met koper of goud. Sittim of shittim (H7848) heeft verband met een woord dat met haat wordt vertaald (H7852) en een ander woord met tegenstand (satan, H7853) of tegenstander (satan, H7854). Deze laatste kennen we natuurlijk van dé satan, de grote tegenstander. Shittim vinden we nog terug in het Engelse shit, dat met afscheiding te maken heeft. Wanneer we het woord (af)scheiden bezien en we rommelen wat met ei en ij, en d en t, dan weten we waar het over gaat….

Sittim is ook een plaatsnaam in de bijbel (die wordt ook niet opeens vertaald met acacia…). De eerste keer dat we de plaatsnaam vinden in de Schrift, is veelzeggend:

Exodus 25
1 En Israël woont in Shittim, en het volk begint ontucht te bedrijven met de dochters van Moab.

vlees
Sittimhout spreekt van de mens: vergankelijk, afgeweken, hard en niet ontvankelijk. Zoals Paulus dit beschrijft in Rom.3:10-18. Kort gezegd: van het vlees en de werken daarvan. Daarom is het ook niet het werk van de mens wanneer hij gerechtvaardigd wordt, maar alle eer is aan God!

Romeinen 3
22 een rechtvaardigheid van God, echter, door het geloof van Jezus Christus, voor allen, en op allen die geloven, want er is geen onderscheid,
23 want allen zondigden en hebben tekort aan de heerlijkheid van God,
24 en worden om niet gerechtvaardigd in zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is.

Dat is sittimhout, overtrokken met goud!