Opb. 1:3 –> de bestemde tijd is nabij

In Opb.1:3 doet Johannes een oproep aan zijn lezers om de woorden van de profetie en dat wat geschreven is, te bewaren, want ‘de bestemde tijd is nabij’. Bedoelt hij hiermee dat de dingen die hij in Openbaring naar voren brengt, zich spoedig na zijn schrijven zouden voltrekken?