Bij de geschiedenis die we de verheerlijking op de berg noemen, neemt Jezus Petrus, Jakobus en Johannes mee op een berg. De Heer wordt voor hun ogen van gedaante veranderd (Grieks: metamorphoo), Zijn gezicht schijnt als de zon en zijn bovenkleding wordt wit als het licht. Ook zien zij Mozes en Elia, die met Hem spreken (Matth.17:1-3).
visioen
Hoe kunnen Mozes en Elia verschijnen aan de discipelen als zij dood zijn? Het antwoord is dat Mozes en Elia door de drie discipelen zijn gezien, door middel van een visioen (Matth.17:9).
Hetzelfde woord (Grieks: horama) wordt gebruikt in Handelingen 12:9, waar Petrus gevangen zit, geketend tussen twee bewaarders. Er verschijnt een engel en de ketenen vallen van zijn handen, waarna hij zo de gevangenis uitloopt. Het commentaar hierop is veelzeggend.
Handelingen 12
10 (…) En hij wist niet, dat het werkelijkheid was, wat er door de engel gebeurde, maar hij meende een visioen te zien.
werkelijkheid en visioen
Wat hier gebeurde was werkelijkheid en geen visioen. Bij de verheerlijking op de berg is het andersom. Daar is het een visioen en geen werkelijkheid. De drie discipelen hebben een blik in de toekomst gekregen, een voorvertoning van de Heer in Zijn Koninkrijk. In het laatste vers van Mattheüs 16 zegt Jezus:
Mattheüs 16
28 Amen! Ik zeg tegen jullie: Er zijn enigen van degenen, die hier staan, die voorzeker de dood niet zullen proeven, voordat zij de Zoon van de mens hebben zien komen in zijn Koninkrijk.
de zevende dag
Dan staat er vervolgens in het volgende vers dat de Heer hen na zes dagen meeneemt op de berg (Matth.17:1). Na zes dagen, op de zevende dag krijgen de discipelen dit visioen. De symboliek ligt er hier dik bovenop. Een berg is een hoge plaats en een uitbeelding van het Koninkrijk. En het vindt plaats op de zevende dag, een sabbat. De zevende dag van duizend jaar (2 Petr.3:8), zal de Grote Sabbat aanbreken, het Koninkrijk van de Messias.
Op de zevende dag krijgen de discipelen een visioen van de Heer in Zijn Koninkrijk en verschijnen daarbij Mozes en Elia, als de vertegenwoordigers van de wet en de profeten.
Bijzonder is ook wat Petrus over deze gebeurtenis zegt in zijn tweede brief.
2 Petrus 1
16 Want wij zijn geen met wijsheid gemaakte mythen nagevolgd, wanneer wij aan jullie de macht en de aanwezigheid (Grieks: parousia) van onze Heer Jezus Christus bekend maken, maar wij zijn ooggetuigen geworden van zijn majesteit.
parousia
Petrus zegt dat hij ooggetuige is geweest van de parousia van Christus. Parousia betekent aanwezigheid en wordt in de gangbare vertalingen meestal vertaald met (weder)komst. Petrus heeft dingen mogen zien die tot op de dag van vandaag nog toekomst zijn en hij is net als Johannes in Openbaring 1:10 overgeplaatst in de dag van de Heer. God heeft aan Petrus het profetisch woord bevestigd (2 Petr.1:19) en via hem doet Hij dat aan ons.
Als Mozes en Elia niet dood zijn, maar al verheerlijkt waren, dan is Christus niet de Enige die onsterfelijkheid heeft (1 Tim.6:16) en is Hij ook niet de Eersteling (1 Kor.15:20, 23).