de wegrukking: zonen van God

Wij delen in de positie van Christus. Zoals Christus nu verborgen en niet erkend wordt door de wereld, zo is dat ook met ons. Maar dat betekent ook, dat wanneer Christus Zijn positie gaat opeisen (Ps.2:8) en deze hele schepping gaat onderschikken, wij óók daarin zullen delen en met Hem zullen zijn. Als Hij wordt geopenbaard, worden wij met Hem geopenbaard in heerlijkheid: (Kol.4:4).We zijn samen-lot-bezitters van Christus. Gesteld worden in die positie heet in Romeinen 8: aangesteld worden tot zonen. Onze toekomstige heerlijkheid vormt een groot contrast met het lijden van de tegenwoordige tijd.

Romeinen 8
17 En indien kinderen, dan ook lot-bezitters: lot-bezitters van God, en samen-lot-bezitters van Christus; wanneer wij namelijk samen lijden, is dat, opdat wij ook samen verheerlijkt zullen worden.
18 Want ik reken dat het lijden van de huidige tijd niet waardig is ten opzichte van de heerlijkheid, die onthuld zal worden tot in ons.

niet waardig
In deze huidige tijd lijden wij en is verborgen wie wij zijn. Dat lijden is, zoals het er letterlijk staat: niet waardig ten opzichte van de heerlijkheid die tot in ons onthuld zal worden. De meeste vertalingen geven weer dat het lijden niet opweegt tegen de toekomstige heerlijkheid, of iets dergelijks. Maar Paulus zegt het nog krachtiger, hij wil die twee niet eens vergelijken. Denk u eens in, dat al het lijden van deze wereld letterlijk in het niet valt bij de toekomstige heerlijkheid! En er is heel veel lijden, dat weten we allemaal. Hoe geweldig moet die toekomst dan wel zijn! Dat geldt voor ons als gelovigen, maar in het vervolg lezen we dat dit geldt voor de hele schepping.

tot in ons
De meeste vertalingen geven het laatste deel van vers 18 weer met “heerlijkheid die aan ons onthuld zal worden”, of “…. voor ons onthuld zal worden”. Maar het staat er nog veel mooier, de heerlijkheid wordt tot in ons onthuld. Dat betekent dat we er zelf ook deel aan krijgen. Het is niet slechts iets dat voor onze ogen zichtbaar wordt, maar ook wij zelf worden verheerlijkt.

19 Want het reikhalzend uitkijken van de schepping wacht op de openbaring van de zonen van God.

De hele schepping is in afwachting van de onthulling van de zonen van God, van Christus en Zijn samen-lot-bezitters!

20 Want de schepping werd aan de zinloosheid onderschikt, niet vrijwillig, maar vanwege Hem, die haar onderschikt, op hoop, 21 dat ook de schepping zelf van de slavernij van de vergankelijkheid bevrijd zal worden tot in de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God.

onderschikt aan zinloosheid
Het is God zelf die de schepping aan de zinloosheid heeft onderworpen. Dat is niet de keuze van het schepsel, maar vanwege Hem. Dat betekent dat toen Adam en Eva van de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad aten, dit niet uit vrije wil van henzelf was (zo hebben ze het ongetwijfeld wel ervaren), maar dat God het zo beschikt had. Het moest zo gaan. Adam en Eva, behorend tot de schepping, waren aan de zinloosheid onderworpen.

tot onvergankelijkheid en vrijheid
De schepping is aan de zinloosheid onderschikt, (met het oog) op hoop dat de schepping van de slavernij van de vergankelijkheid bevrijd zal worden. God werkt door middel van contrasten. Adam en Eva aten van de boom en kregen daardoor kennis van goed én kwaad. Die dingen zijn niet los verkrijgbaar. Door te weten wat kwaad is, weet een mens ook wat goed is en weet hij het goede ook te waarderen. Zo is het ook met zinloosheid en vergankelijkheid. Doordat we weten wat dat is, zullen we ook werkelijk kunnen beseffen wat onvergankelijkheid en vrijheid is. Daarom heeft God de schepping aan de zinloosheid en vergankelijkheid onderworpen, zodat Hij haar daarvan kan bevrijden.

22 Want wij weten, dat de gehele schepping samen zucht en barensweeën heeft tot nu toe.
23 En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eersteling van de geest hebben, ook wijzelf zuchten in onszelf, de zoonstelling verwachtend, de verlossing van ons lichaam.

zwangere vrouw
De schepping wordt hier vergeleken met een zwangere vrouw. Zoals ook uit Romeinen 1 blijkt dat God het mannelijke representeert en de schepping het vrouwelijke. Door opstanding verwekt God nieuw leven in de schepping. Dat is ook wat door de seksualiteit wordt uitgebeeld.

Het lijden van de tegenwoordige tijd van de schepping (:18) wordt uitgebeeld door het zuchten en de barensweeën van een zwangere vrouw. Dat is zwaar en heftig, maar de schepping is in blijde verwachting, het zal uitmonden in nieuw leven. Christus heeft als Eersteling dat nieuwe leven ontvangen en wij zullen volgen als zonen van God, bij onze zoonstelling en met Hem geopenbaard worden. Dat is de openbaring van de zonen van God (:19). Die zoonstelling vindt plaats bij de verlossing van ons lichaam. Ook wij zuchten onder de vergankelijkheid van de schepping en daarom zien we uit naar dat geweldige moment van de verlossing van ons lichaam bij de wegrukking. Vanaf dat moment zullen wij, met Hem aan het Hoofd, deze hele schepping onderschikken. Opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders (8:29).

mannelijke zoon
Overigens is dit niet de enige plaats waar gesproken wordt over de geboorte van zonen, of een zoon in verband met de wegrukking. In Openbaring 12 vinden we een visioen van een zwangere vrouw die in barensweeën is (Opb.12:1). Voor deze vrouw, die hier de uitbeelding is van Israël, staat een draak (> Satan), die haar kind wil verslinden. Deze mannelijke zoon wordt, zodra hij geboren is, weggerukt tot God en Zijn troon (Opb.12:5). Later zullen we dit gedeelte nog uitgebreid bespreken. Hier volsta ik met te noemen dat de mannelijke Zoon een uitbeelding is van het lichaam van Christus. Zodra dat lichaam compleet is, zal hij worden weggerukt tot God en Zijn troon om de heerschappij op zich te gaan nemen. In Romeinen 8 wordt dus gesproken over de openbaring van de zonen van God en in Openbaring  wordt een mannelijke zoon gebaard.

de hele schepping
Romeinen 8 spreekt niet alleen van onze bevoorrechte positie als eerstelingen, maar beschrijft ook dat de hele schepping in barensnood is en daarvan bevrijd zal worden. Deze hele schepping zal delen in het leven dat Christus als Eersteling heeft ontvangen. De wegrukking zal het startschot zijn van een hele serie gebeurtenissen die we voornamelijk beschreven vinden in het boek de Openbaring. Christus is dan niet meer verborgen, maar zal geopenbaard worden. Zo heet het boek dan ook: de Openbaring van Jezus Christus (1:1). Maar inmiddels moet toch duidelijk zijn dat waar Hij verschijnt, en wat Hij doet, wij als Zijn lichaam daarin delen (1 Thess.4:17; 1 Kor.12:12, Kol.3:4; enz. Dus ook als de schepping door Hem verlost wordt van de vergankelijkheid, dan spelen wij daarin een rol!

1 Korinthe 15
22 Want net zoals in Adam allen sterven, zó zullen ook in de Christus allen levend gemaakt worden.