De andere losser is ontmaskerd en volgens het gebruik in Israël heeft Boaz diens schoen ontvangen, als teken van de positie die hij op zich neemt. Boaz is degene die aan alle voorwaarden voldoet en werkelijk kan optreden als de losser van Ruth en Naomi.
Ruth 4
9 En Boaz zei tot de oudsten en al het volk: Jullie zijn vandaag getuigen dat ik alles wat van Elimelech geweest is en alles wat Chiljon en Machlon hadden, verwierf uit de hand van Naomi.
10 En ook verwierf ik Ruth, de Moabitische, vrouw van Machlon, voor mij tot vrouw, om een naam op te richten voor de dode op zijn erfdeel. En de naam van de dode zal niet worden afgesneden van zijn broeders en van de poort van zijn plaats. Jullie zijn vandaag getuigen.
een naam voor de dode
Boaz neemt Ruth tot zijn vrouw. Zij is de weduwe van Machlon en door Boaz wordt “een naam opgericht voor de gestorvene op zijn erfdeel”. Zo wordt de naam van Machlon niet afgesneden en leeft hij in zekere zin voort. In Boaz krijgt Machlon een nieuw leven. Ook hier zien we dat Boaz een type is van de opgewekte Christus.
oud en nieuw verbond
Hoewel Ruth met een andere man trouwt, geldt dit wettelijk als een voortzetting van haar eerste huwelijk. Evenzo wordt van Israël gezegd dat Degene die eens het verbond met hen sloot, is gestorven en dat daardoor een einde kwam aan het oude verbond, zodat zij vrij is om in een (huwelijks)verbond te treden met “een ander”.
een ander?
Degene die stierf is weliswaar dezelfde als Degene die uit de dood opstond, maar wordt door Paulus in de Romeinen brief toch aangeduid als “een ander”. De opgewekte Christus die met Israël het nieuwe verbond zal sluiten, heeft namelijk een totaal nieuwe status en positie. In deze relatie is er geen zonde en dood meer, alleen leven en genade.
Het huwelijk van Ruth met Machlon is een beeld van het oude verbond en het huwelijk met Boaz een voorafschaduwing van het nieuwe verbond, dat God met Israël zal sluiten (Jes.54:5; Hos.2:18-22).
Romeinen 7
1 Of zijn jullie onwetend, broeders – ik spreek tot wie de wet kennen – dat de wet heer is van de mens, zolang hij leeft?
2 Want de gehuwde vrouw, is wettig aan de levende man gebonden; maar als haar man sterft, is zij ontheven van de wet van de man.
(…)
4 Zo dan, mijn broeders: ook jullie werden gedood voor de wet – door het lichaam van Christus – om van een ander te worden, van Hem, die uit de doden werd opgewekt, opdat wij vrucht zouden dragen voor God.