een lamp voor Mijn knecht David

In 1 Koningen 11 wordt Salomo aangezegd dat God vanwege zijn afgoderij na Salomo’s dood, zijn koninkrijk zal verdelen in twee koninkrijken: een koninkrijk van 10 stammen (Israël) en een koninkrijk van 2 stammen (Juda). Dat lezen we in de volgende verzen:

1 Koningen 11
11 Toen zeide de Here tot Salomo: Omdat het zo met u gesteld is, dat gij mijn verbond en mijn inzettingen, die Ik u geboden had, niet in acht genomen hebt, zal Ik voorzeker het koninkrijk van u afscheuren en het uw knecht geven.
12 Maar bij uw leven zal Ik dat niet doen, ter wille van uw vader David; uit de hand van uw zoon zal Ik het afscheuren.
13 Evenwel zal Ik niet het gehele koninkrijk afscheuren, een stam zal Ik aan uw zoon geven ter wille van mijn knecht David en ter wille van Jeruzalem, dat Ik verkoren heb.

2 en 10 stammen
In hetzelfde hoofdstuk lezen we dat de profeet Ahia aanzegt aan Jerobeam dat hij het koninkrijk met 10 stammen zal ontvangen (vers 31-32). God nam niet het hele koninkrijk van 12 stammen af van Salomo, omdat Hij beloften had gedaan aan David dat Hij zijn troon zou bevestigen (2 Sam.7:12-16). Maar waarom gaat Juda dan niet als enkele stam verder en wordt het koninkrijk niet verdeeld in 11 stammen + 1 stam? De reden daarvoor wordt ook gegeven:

1 Koningen 11
36 Aan zijn zoon zal Ik echter een stam geven, opdat mijn knecht David altijd een lamp voor mijn aangezicht hebbe in Jeruzalem, de stad die Ik Mij verkoren heb om mijn naam daar te vestigen.

Paulus
Aan de stam van Juda wordt de stam van Benjamin toegevoegd (1 Kon.12:21, 24) “opdat mijn knecht David altijd een lamp voor mijn aangezicht hebbe in Jeruzalem”. In het nieuwe testament vinden we maar één iemand genoemd uit de stam van Benjamin, namelijk Paulus (Rom.1:11, Fil.3:5). Juist deze Paulus verklaart wanneer hij bij het Joodse volk op ongeloof en verzet stuit tegen zijn evangelie:

Handelingen 13
46 (…) zie, nu wenden wij ons tot de heidenen.
47 Want zo heeft ons de Here geboden: Ik heb u gesteld tot een licht van de natiën, opdat gij tot redding zou zijn tot aan het uiterste van de aarde.

De man uit Benjamin, geen lamp voor Juda dus, maar een licht van/voor de natiën, zou je op basis van alleen deze Schriftplaats concluderen. Maar wat zegt Paulus in de Romeinen brief met betrekking tot zijn dienst?

Romeinen 11
13 Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening,
14 dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees mocht opwekken, en enigen uit hen behouden.

Paulus maakte zijn bediening heerlijk door als licht van de natiën te fungeren als een lamp voor David (Juda). Om enigen uit hen te behouden!