Filemon :1-2 aan Filemon

Nadat Paulus zich heeft bekendgemaakt als schrijver en Timotheüs als medeschrijver benoemd, is het volgende wat hij noemt degene aan wie hij schrijft. Hij noemt niet slechts hun namen, maar geeft bij elke naam een omschrijving, die hen typeert.

1 … aan Filemon, de geliefde en onze medewerker, 2 en aan Apfia, de zuster, en aan Archippus, onze mede-strijder…

agape
De brief is in eerste instantie geschreven aan Filemon. Zijn naam betekent letterlijk: iemand die kust, maar wordt meestal weergegeven als daar vanaf geleidt: genegenheid betonend of liefhebbend. De naam is afgeleid van het woord phileo, dat genegenheid of liefde betekent, liefde die gebaseerd is op wat ons aantrekt in de ander. Paulus noemt Filemon: de geliefde en onze medewerker. Het woord dat hij hier gebruikt voor geliefde is niet phileo, maar agape en dat wijst op de onvoorwaardelijke liefde van God. Dat Paulus Filemon, de geliefde noemt is dan waarschijnlijk een woordspeling en kenmerkt de nogal informele en soms ludieke toon in de brief.

Paulus doet in deze brief een beroep op Gods liefde aan Filemon, om zijn weggelopen slaaf Onesimus weer aan te nemen (:9,16). God heeft zowel Filemon als Onesimus onvoorwaardelijk lief, zoals hij ons allen liefheeft. Daarom zouden wij elkaar aannemen, zoals Christus ons aangenomen heeft (Rom.15:7).

samen-lotbezitter
De andere geadresseerden zijn Apfia (>vruchtbaar) en Archippus (>overste van paarden). Deze laatste is wellicht een verwijzing naar een militaire functie: overste van de ruiters. Hoewel het er niet bij staat, is het meest voor de hand liggend dat Apfia de vrouw van Filemon was en Archippus zijn zoon. Apfia wordt beschreven als de zuster en dat is, net als broeder, een aanduiding van een mede-erfgenaam (>mede-lotbezitter). In de Kolossenzen brief wordt Archippus door Paulus aangemoedigd om de bediening die hij had ontvangen, te vervullen. Welke dienst dat precies is, vermeldt hij niet (Kol.4:17).

medewerker en mede-strijder
Zowel Filemon als Archippus worden door Paulus gezien als medestanders. Filemon als medewerker (>samen-werker). In het vervolg zullen we zien dat hij zijn huis openstelde voor de ecclesia in Kolosse als plek om samen te komen. Archippus wordt een medestrijder genoemd, wellicht ook een toespeling op zijn naam.

strijd
Uit de brief aan de Kolossenzen blijkt dat er lieden waren met ander onderwijs dan Paulus (Kol.2:8), waarmee de Kolossenzen dreigden te worden afgebracht van de hoop van het evangelie (Kol.1:23). En dat is altijd de strijd van een gelovige. Niet omdat wij die zoeken, maar omdat deze boodschap voor de wereld dwaasheid is en voor de godsdienstige mens een struikelblok (1 Kor.1:23). Vandaar dat Paulus in Efeze 6 de geestelijke wapenrusting beschrijft waardoor wij kunnen standhouden (:11), weerstaan (:13) en staan (:14). Wat is het goed om te weten dat we niet alleen staan in die strijd (Fil.1:27). Ook Paulus had medestrijders, zoals Archippus.