Genesis 38:14-18 Juda’s hoererij

Dit is een lang hoofdstuk met veel details, waarin al deze bijzonderheden toewerken naar de climax aan het einde van het hoofdstuk. Ook in de volgende verzen vinden we weer veel details, waarvan ik niet aan al deze feitenlijkheden betekenis kan geven. Toch is het niet moeilijk, als we eenmaal in het juiste spoor zitten, om de hoofdlijn van de gebeurtenissen te verklaren.

Genesis 38
14 En zij trekt haar weduwkleren uit, en zij bedekt zich met een sluier, en zij kleedt zich mooi aan, en zij gaat zitten bij de ingang van Enaim, dat aan de weg naar Timna ligt; want zij had gezien, dat Sela groot geworden was, en zij aan hem niet tot vrouw was gegeven.
15 En Juda ziet haar, en hij denkt dat zij een hoer is, omdat zij haar aangezicht bedekt had.
16 En hij week af naar haar aan de weg en hij zegt: Kom, alsjeblieft, laat mij tot jou komen! Want hij wist niet, dat zij zijn schoondochter was. En zij zegt: Wat zal jij mij geven, als jij tot mij komt?
17 En hij zegt: Ik zal je een geitenbokje van de kudde zenden. En zij zegt: Als jij mij een onderpand geeft, totdat jij het gezonden hebt.
18 En hij zegt: Wat voor pand moet ik je geven? En zij zegt: Jouw zegelring, en jouw snoer en jouw herdersstaf, die in jouw hand is. En hij geeft ze aan haar, en hij komt tot haar; en zij wordt zwanger van hem.

hoererij
Juda begaat een misstap en bedrijft hoererij. Een bekende beschrijving in de Hebreeuwse bijbel van het Joodse volk dat andere goden naliep (Num.25:1-2) en ontrouw was aan JAHWEH, haar God. Het nieuwe verbond dat door de Messias zal worden opgericht, wordt voorgesteld als een bruiloft (Opb.19:7). Maar Israël wilde haar bruidegom niet en liep andere goden na. Juda hoereert hier, maar weet ten diepste niet wat hij doet, hij weet niet dat ‘de hoer’ eigenlijk zijn schoondochter Thamar is. Juda is zich niet bewust wat er werkelijk aan de hand is, want Thamar heeft haar aangezicht bedekt, zoals van God gezegd wordt dat Hij in deze tijd Zijn aangezicht verbergt voor het Joodse volk (Deut.31:17,18; 32:20).

Juda is onwetend van de gang van zaken. Van Israël wordt gezegd dat zij in onwetendheid hebben gehandeld (Hand.3:17; 1 Tim.1:13). En ook de Here Jezus zelf zei aan het kruis dat zij niet wisten wat zij deden (Luk.23:34).

het Koninkrijk verborgen
Toch komt via deze misstap van Juda het beloofde zaad. Thamar, die een uitbeelding is van koningschap, wordt zwanger. Een illustratie van het koninkrijk dat in zekere zin tot stand komt, maar eerst een periode verborgen blijft. Dat zullen we in de volgende verzen zien. Er volgt weer een onderbreking. En zoals eerder vermeld: dit principe wordt herhaald, je struikelt er gewoon over.

hun misstap is de rijkdom van de wereld
Ondanks de morele verdorvenheid van de mens, gaat er niets mis. Zoals in deze geschiedenis door Juda’s misstap het beloofde zaad tot stand komt, zo zal via de misstap van het Joodse volk Gods plan vervuld worden. Na de onderbreking in Gods handelen met Israël, zal ook het volk Israël haar Messias aanvaarden.

Romeinen 11
11 Ik zeg dan: Zij struikelen toch niet, opdat zij zouden vallen? Volstrekt niet! Maar in hun misstap is de redding voor de natiën, om hen jaloers te maken.
12 En indien hun misstap de rijkdom van de wereld is en hun vermindering de rijkdom van de natiën, hoeveel te meer hun volheid!