Genesis 42:6-9 Jozefs dromen vervuld

Jozef had twee dromen gedroomd, die beiden uitdrukken dat zijn broers voor hem zouden buigen. Jozef zou heersen over zijn broers (37:5-10). Twintig jaren waren er inmiddels voorbij gegaan, waarvan Jozef dertien jaar als slaaf en gevangene had geleefd. Toch heeft hij niet gezien op de omstandigheden, maar geleefd uit geloof dat God Zijn beloften zou vervullen. En God maakte Jozef voorspoedig. Niet alleen toen hij verhoogd werd tot onderkoning, maar ook al daarvoor in het huis van Potifar (39:2-3) en in de gevangenis (39:21). Jozef leefde uit geloof en liep in vertrouwen de loopbaan die God voor hem uitgestippeld had.

Genesis 42
6 En Jozef was de machthebber over het land; hij was het, die aan het gehele volk van het land koren verkocht. En de broers van Jozef komen, en zij buigen zich voor hem neer met de neusgaten ter aarde.
7 En Jozef ziet zijn broers en hij herkent hen; en hij houdt zich onherkenbaar voor hen. En hij spreekt hard met hen, en hij zegt tot hen: Van waar komen jullie? En zij zeggen: Uit het land van Kanaän, om voedsel te kopen.
8 En Jozef herkent zijn broers, en zij herkenden hem niet.
9 En Jozef herinnert zich de dromen die hij over hen gedroomd had (…)

hij spreekt hard met hen
Jozef houdt zich onherkenbaar voor zijn broers en spreekt hard met hen (:7). Hij blijft verborgen. En zoals God nu Zijn aangezicht verbergt voor het Joodse volk (Deut.31:17-18; 32:20), zo zal Hij in de grote verdrukking ook nog verborgen zijn. Hij zal echter in Zijn toorn tot hen spreken. Gods oordelen zijn hard, maar altijd gericht op het welzijn van Zijn volk en bedoeld om hen recht te zetten. Zo maakt Jozef zich ook niet direct aan zijn broers bekend, maar wil hen eerst een les leren.

Jozef herinnert zich de dromen die hij gedroomd had. Zijn broers en zijn vader zouden voor hem buigen. We lezen hier nog niets van zijn gevoelens, later in het hoofdstuk wel (:24). Dan blijkt dat het een emotionele ervaring voor Jozef is, dat hij zijn familie na zo lange tijd terugziet en dat zijn dromen vervuld worden. Later getuigt Jozef ook van het feit dat God in alles de hand heeft en alles doet meewerken ten goede (45:8). God vervult Zijn beloften, op zijn tijd en op zijn plaats!